Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 29-10-2019

Oudenbosch

betekenis & definitie

Gem. in de prov. N. Brabant ten N.O. van Roosendaal. Opp. 1167 ha; ong. 5 800 inw. (bijna allen Kath.; ca. 150 Prot.).

O. is vermaard om zijn boomkweekerijen. Eenige nijverheid (stroohulzen, meubels, schepen, gietwerk, biscuit). De haven van O. staat in verbinding met de Mark. In de M.E. was er turfhandel, in de 19e e. suikerindustrie, die thans geheel tot het verleden behoort.

De basiliek, gebouwd 1865-’80, met een koepel van 70 m hoog, geïnspireerd op de St. Pieter van Rome, en een façade, gemaakt naar de St. Jan van Lateranen, is een schepping van pastoor Hellemons. Er zijn vele onderwijsinrichtingen: allereerst het Instituut St.

Louis (-→ Broeders v. d. H. Aloysius) met kostschool en kweekschool; het moederhuis der Zusters Penitenten-Recollectinen van Oudenbosch met pensionaat, huishoudschool en kweekschool; het missiehuis St. Johannes Berchmans der paters van de Congregatie der H.

Familie. De gem. O. legde het natuurpark „Pagnevaart” aan.Te O. was het klein-seminarie van het bisdom Breda gevestigd vanaf 1839 tot 1878. In de jaren 1860-’70 plaats van samenkomst van de Nederlanders, die dienst gingen nemen in het leger van den paus (→ Hellemons; Zouaven). v. Velthoven.

Lit.: H. Levelt, O. in verleden en heden (1931).