(recht),
1° O. des konings. De politieke onschendbaarheid des konings, neergelegd in art. 53 Grondwet (Ned.) en in art. 63 (Belg.), is een instelling, die uit het Eng. staatsrecht is overgenomen, alwaar het adagium geldt: „The king can do no wrong”, hetgeen niet beteekent, dat al, wat de koning doet, recht is, maar dat de koning in zijn hoedanigheid van staatshoofd geen onrecht kan doen, zoodat voor onrechtmatige regeeringshandelingen een minister zich niet achter het bevel van den koning kan verschuilen. De politieke o. des konings brengt met zich de ➝ ministerieele verantwoordelijkheid.
Voor de strafrechtelijke o. des konings, zie ➝ Immuniteit.
2° O. der wetten. In Ned. en in België geldt het beginsel van de o. der wetten, hetgeen zeggen wil, dat de rechter niet bevoegd is te onderzoeken, of de wetten al dan niet in strijd zijn met de Grondwet. Zoodra een wet naar den vorm een wet is, d.w.z. blijkens afkondiging door de Staten-Generaal is aangenomen en door den koning goedgekeurd, bindt zij den rechter.
Struycken.