(tweelettergrepig woord, met een nevenvorm nji, dien men speciaal voor namen gebruikt), Jav. aanduiding van gehuwde vrouwen, die niet meer piepjong zijn, bijv. njai Lara Kidoel, de godin van de Zuidzee. In Europ. spraakgebruik heeft het soms een ongunstigen klank, nl. wanneer men er de huishoudsterbijzit van Blanken mee aanduidt.
Berg.