Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 16-10-2019

Nimrod

betekenis & definitie

Benaming in den Lat. tekst van de II. Schrift (vlg.

Hebr. tekst: Nemrod) van den stichter van het eerste groote rijk (Gen. 10. 8-12) in Sennaar (Zuid-Babylonië; Babylon, Erech, Akkad, Kalne) en Assyrië. Witzel en Deimel brengen den naam in verband met de Babylonische godheid Ninoerta (vroeger gelezen als Ninib), een vergoddelijkten koning van Erech (2e dynastie na de zondvloed), hetzij Gilgamesj (Witzel), hetzij Loegalbanda (Deimel).

Ninoerta werd vereerd als bestrijder van den Tigrisdraak, omdat hij de overstroomende, alles-vernietigende wateren van den Tigris vasthield in stuwbekkens en dijken. Als bestrijder van dien draak heet N. in Genesis een groot jager.Bij overdracht: ieder groot, heldhaftig jager.

Lit.: Witzel, Der Drachenkämpfer Ninib (Fulda 1920); Deimel, in: Biblica (2 1921, 461-472). Alfrink.

< >