Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 16-10-2019

New York

betekenis & definitie

1° staat in de Ver. Staten van N.

Amerika; 127 433 km2, ca. 12 690 000 inw. (1930). Het Appalachische bergland wordt in den staat N.

Ydoorbroken door het Hudson-Mohawkdal. In het Mohawkdal werd in 1826 het Eriekanaal gegraven, dat, met den benedenloop van de Hudson, een belangrijke verkeersweg is geworden voor het vervoer tusschen het Merengebied en de Atlantische kust.

Hoofdstad is Albany (ca. 120 000 inw.). Een andere belangrijke stad in dit gebied is Buffalo (670 000 inw.).

Het agrarisch bedrijf in dezen staat is geheel gericht op de voedselvoorziening van New York. D. Brouwer.
2° Stad in den gelijknamigen staat, Ver. Staten, gelegen op 40° 45' N., 74° W., dus ong. op gelijke breedte als Napels). N. Y. City heeft een opp. van 797 km2 en telt ca. 6 930 000 inw. (1930); Greater NY., dat is N. Y. met de voorsteden, telt ruim 10 millioen inwoners. Het is de grootste stad der aarde. N. Y. ligt aan de monding van de Hudson, gedeeltelijk op de oevers, gedeeltelijk op de eilanden en schiereilanden, die de vertakkingen van de rivier daar vormen. N. Y. is in de eerste plaats havenstad. De binnenhaven heeft een oppervlakte van 60 km2, en een oeverlijn van 1240 km, waarvan 660 km kaden, de zgn. piers. Deze piers staan loodrecht op de oeverlijn. De havenwerken liggen dus midden in de stad. De goederen, die van overzee worden aangevoerd, kunnen per trein of boot direct worden doorgevoerd naar het binnenland (Eriekanaal) of worden in de fabrieken van de stad verwerkt. N. Y. heeft fabrieken van allerlei soort, en is de grootste fabrieksstad der aarde (½ millioen arbeiders). Ongeveer de helft van den import en een derde van den export van de Ver. Staten gaat over N. Y.
N. Y. City bestaat uit vijf deelen (boroughs), die elk hun eigen karakter hebben. Het zijn Manhattan, Bronx, Brooklyn, Queens en Richmond. De kern van de stad is het eiland Manhattan (1930: 1 867 312 inw.). Op de Zuidpunt hiervan vestigden zich de eerste Hollandsche kolonisten. De benedenstad (downtown) heeft nauwe, bochtige straten. De talrijke wolkenkrabbers wijzen erop, hoe men hier met de ruimte heeft moeten woekeren. De bovenstad (uptown) heeft lange rechte straten (avenue’s), die gesneden worden door de dwarsstraten, de streets. Manhattan wordt van Z. naar N. doorsneden door de hoofdverkeersader, de beroemde Broadway (30 km lang). Dit gedeelte van N. Y. is de kantoorwijk. Brooklyn (2 560 401 inw.) en Queens (1 079 129 inw.) zijn de woon- en fabriekswijken. Bronx (1 265 258 inw.) en Richmond (158 346 inw.) zijn woonwijken.

Om N. Y. heen ligt een kring van voorsteden. De voornaamste hiervan zijn Yonkers (industriestad), Mount Vernon, N. Rochelle, White Plains. Aan de Hudson de havensteden Hoboken, Jersey-city en Bavonne. Aan de Newark Bay liggen de groote industriecentra Newark (442 000 inw.) en Elisabeth (115 000 inw.).

Het vervoer van personen tusschen de woonwijken en de fabrieks- en kantoorcentra is een voor N. Y. zeer belangrijk probleem. Trams, treinen, ondergrondsche (subway) en bovengrondsche spoorwegen (elevated), bussen en veerbooten vervoeren ong. 10 millioen passagiers per dag. Over de rivierarmen heeft men 6 bruggen gebouwd, o.a. de beroemde Brooklyn-bridge. Op andere plaatsen zijn de oevers door tunnels verbonden.

De bevolking van N. Y. is een mengelmoes van rassen en nationaliteiten. Men heeft er heele wiiken van Negers (Harlem), Chineezen, Armeniërs, Duitschers, Joden en Italianen. Die groepen hebben elk hun eigen winkels, theaters en couranten.

Bezienswaardigheden zijn o.a.: het groote Vrijheidsbeeld in de haven, dat met voetstuk ong. 100 m hoog is; de wolkenkrabbers, o.a. het Singer Building (45 verdiepingen), Woolworth Building (55 verd.). Het hoogste gebouw van de wereld is het Empire State Building (381 m hoog, 86 verdiepingen), dat een ankermast voor luchtschepen heeft. N. Y. heeft prachtige parken, bijv. het Central Park (336 ha).

N. Y. is het literaire en artistieke middelpunt van de Ver. Staten. De Columbia Universiteit (gesticht in 1754) heeft ong. 40 000 studenten.
N. Y. is de zetel van een aartsbisschop; in de stad wonen bijna 2 millioen Katholieken (430 kerken). In het geheel telt N. Y. 2380 kerken, w.o. 1144 synagogen.

Lit.: H. Baulig, Amérique Septentrionale. Regional Survey of New York and its environs (1929-’31); G. Eyskens, Le port de N. Y. dans son rôle économique.

D. Brouwer.

Geschiedenis Henry Hudson, in 1609 door de Oost-Indische Compagnie uitgezonden om een N.O. doorvaart naar Indië te zoeken, kwam aan de Oostkust van Amerika terecht, waar hij de naar hem genoemde rivier de Hudson met het aan de monding hiervan gelegen eiland Manhattan ontdekte. Een vestiging van Nederlanders in deze streken was hiervan het gevolg en in 1614 werd een door de Staten-Generaal geoctrooieerde „Compagnie van Nieuw-Nederland” opgericht. Dit uitgestrekte gebied van Nieuw-Nederland, gelegen tusschen 40° en 45° N. werd door de West-Ind. Compagnie bij haar oprichting overgenomen. In 1623 kochten de Nederlanders het eiland Manhattan van de Indianen voor goederen ter waarde van 60 gulden, waarop zij de stad Nieuw-Amsterdam bouwden.

De kolonie Nieuw-Nederland werd in 1664 door een Eng. vloot in bezit genomen. De koning schonk haar aan zijn broer, den hertog van York. Nieuw-Nederland, evenals de stad Nieuw-Amsterdam, werd voortaan New York genoemd. Tijdens den 3en Eng. oorlog bevond de stad zich voor korten tijd weer in handen der Nederlanders, doch weldra werd zij door de Engelschen heroverd en bij den vrede van Westminster van 1674 voorgoed aan Engeland afgestaan.

In 1683 kreeg de kolonie een Wetgevende Vergadering. Na de verdrijving van Jacob II van den Eng. troon kwam de kolonie N. Y. rechtstreeks onder het gezag der Eng. regeering. In 1754 werd te N. Y. de Columbia-universiteit opgericht. Tijdens den Amerik.

Vrijheidsoorlog bleef de stad in handen der Engelschen tot 25 Nov. 1783. Van 1785 tot 1790 was zij de zetel van de regeering der Unie. In den loop der 19e eeuw ontwikkelde zich de stad N. Y. tot de grootste stad der Ver. Staten.

Lit.: Colenbrander, Kol. Gesch. (I, II); Brodhead, Hist. of the State of N. Y.; Wieder, De stichting van N. Y. in Juli 1625. Buch.