Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 16-10-2019

Nederhorst-den-Berg

betekenis & definitie

Gem. aan de Vecht in het Z.O. der prov. N.

Holland, op rivierklei- en laagveenbodem; opp. 1 458 ha; ca. 2 250 inw. (1936), waarvan 55% Prot., 34% Kath. en 10% onkerkelijk. Er is tuinbouw, o.a. in de → Horstermeer, veeteelt en industrie, o.a. wasscherijen en bleekerijen.

Bezienswaardig zijn de Ned. Herv. kerk, die uit de M.E. dagteekent en op een Pleistocene hoogte (vgl. het woord horst) gebouwd is, en het kasteel Nederhorst (13e e.).

Tot de parochie N. d. B. behoort ook → Nigtevecht.N. d. B. behoorde tot 1853 tot het aartspriesterschap Utrecht, nadien tot het bisdom Haarlem, van der Meer.