Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Lectuur

betekenis & definitie

(Lat. legere = lezen),

a) Middel ter ontwikkeling.

Het woord lectuur heeft in de meeste talen de beteekenis gekregen van: het lezen tot ontwikkeling of ontspanning. In zijn meest pregnanten zin wordt eronder verstaan het lezen van boeken, ook van tijdschriften. Het lezen van couranten en bladen, die niet zoozeer tot ontwikkeling of ontspanning als wel uit belangstelling in het dagelijksche wereldgebeuren gelezen worden, kan tot l. in wijderen zin gerekend worden. Sedert de uitvinding der boekdrukkunst, maar vooral sedert de doorvoering van den alg. leerplicht in de vorige eeuw, wordt er veel meer gelezen dan vóór die tijden. Een goed deel zijner ontwikkeling wordt den mensch in het alg. bijgebracht door l. Wat hij leest en zich geestelijk toeeigent na de eigenlijke school- en studiejaren, gewordt hem bijna uitsluitend langs dezen weg. De groote massa volgt slechts de lagere school, met dikwijls nog eenige jaren bovenbouw, en is verder op l. aangewezen. Voor den ontwikkelde en gestudeerde is na zijn studiejaren l. doorgaans iets onmisbaars. L. is dus een der sterkste factoren, die de denk- en zienswijzen der menschen bepalen. Het is een der machtigste middelen tot geestelijke verrijking van den mensch, tot verspreiding en verdieping van cultuur. De vormende en opvoedende waarde der l. is moeilijk te overschatten. Eveneens echter kan l. noodlottige gevolgen hebben. Maar juist wijl zij zulk een macht ten goede zoowel als ten kwade zijn kan, en het alg. volksbelang er zoo innig mee samenhangt, zouden andere verhoudingen dan de nu heerschende noodig zijn.

b) Gevaren.

Er heerscht, sinds de overwinning van het liberalisme in de vorige eeuw, omtrent l. in het alg. een zeer vrijgeestige, al te vrijgeestige opvatting. Elke inmenging van hooger hand in dezen wordt alg. als hinderlijke en ongeoorloofde dwang gevoeld. Alleen voor kinderen en zeer jonge menschen aanvaardt men toezicht op en beperking van hun l. Voor volwassenen wordt er geen beperking of voorbehoud geduld. Deze liberalistische opvatting is in strijd met de menschelijke natuur. Het kwade heeft geen en het goede alle rechten. Wat de menschen in hun natuurlijke levensordening of t.o.v. hun bovennatuurlijke einddoel schaadt, mag en moet door de bevoegde machten verhinderd worden. Er is overvloedige l., die de menschen schaadt in hun natuurlijke levensordening: boeken en geschriften, die de alg. zedelijkheid aantasten, het Godsgeloof ondermijnen of de heerschende staatsorde bestoken. Het staatsgezag heeft ongetwijfeld de bevoegdheid, zelfs den plicht om hierin zijn macht te doen gelden en regelend op te treden. In de grenzelooze geestelijke verwarring echter, die er tegenw. heerscht, wordt zulk een macht nauwelijks of niet geduld; de vrijwel onbeperkte vrijheid van drukpers heeft de even groote vrijheid van l. ten gevolge, terwijl toch de groote menigte niet buiten eenige leiding of regeling kan. De Kerk als de door Christus aangestelde hoedster der zielen heeft de macht en den strengen plicht over het geestelijk welzijn harer kinderen te waken. Alles wat geloof en zeden bedreigt, heeft zij te weren en te verhinderen. Een der mogelijkheden, waardoor het kwaad in de menschenziel binnendringt, is de l. Zoo is van lieverlede de zoogenaamde Index ontstaan. Slechts een klein aantal werken staan met name op deze lijst van verboden boeken. De meeste schadelijke boeken zijn door de natuurlijke wet des gewetens verboden en vallen onder de alg. index-bepalingen. Vgl. verder ➝ Boekenwetten; Index; Lectuurgids.

< >