Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 15-08-2019

Julianakanaal

betekenis & definitie

Ongeveer 35 km lang lateraal kanaal van de Maas, van Maasbracht naar Maastricht. De breedte op den waterspiegel bedraagt 46,50 m; de diepte 5 m.

De afmetingen van de grootste toegelaten schepen zijn: lengte 100 m, breedte 12 m, diepgang 2,80 m, hoogte boven den waterspiegel 6,75 m. Het laadvermogen van een dergelijk schip is ruim 2.000 t.

Het J. bestaat uit drie panden. Het benedenpand, lang ongeveer 8 km, wordt van de Maas gescheiden door een schutsluis te Maasbracht.

De overgang naar het ong. 5 km lange middenpand wordt gevormd door een schutsluis te Roosteren. Een schutsluis te Born vormt den overgang naar het ong. 22 km lange bovenpand.

Dit sluit te Maastricht aan op de Maas, welke aldaar bevaarbaar is gemaakt door een stuw te Borgharen beneden Maastricht. Een kort verbindingskanaal met schutsluis te St.

Pieter boven Maastricht vormt de verbinding van het gekanaliseerde Maasvak met het kanaal van Maastricht naar Luik. De schutsluis bij Limmel, welke het bovenpand van het J. van de Maas scheidt, behoeft slechts dienst te doen, wanneer de Maas te Maastricht boven het normale stuwpeil steigt, hetgeen gemiddeld slechts gedurende twee weken per jaar het geval is.

Overigens staat deze sluis geheel open. De afmetingen van de sluizen van het J. zijn: lengte 136 m, wijdte in de hoofden 14 m, in de schutkolk 16 m, drempeldiepte 3,60 m.

De sluis te Born heeft een zeer groot verval, nl. 11,35 m. Het verval van de sluis te Roosteren is 4,80 m; dat van de sluis te Maasbracht 7,45 m.

Aan het J. zijn twee kolenoverlaadhavens aangelegd, nl. een te Born en een te Stein. Egelie

< >