Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-04-2019

Breedte

betekenis & definitie

Breedte - 1° breedte aan den hemelbol = afstand in boogmaat tot de ecliptica.

2° Galactische, eveneens aan den hemelbol = afstand in boogmaat tot den melkwegcirkel.
3° Geographische. De geographische b. van een punt is de afstand van die plaats ten Noorden of ten Zuiden van den evenaar, gemeten in graden (1/360e) van den meridiaan over die plaats. Dit komt overeen met den hoek tusschen den verticaal van de plaats en het vlak van den evenaar. Aangezien de aarde niet bolvormig is, maar afgeplat aan de polen, is dit iets anders dan de geocentrische b., de hoek tusschen het vlak van den evenaar en de lijn, die de plaats met het middelpunt der aarde verbindt. In het algemeen bedoelt men met b. de geographische b.; het verschil tusschen geographische en geocentrische b. wordt het grootst op ca. 45° en bedraagt dan ruim 11'. Ten gevolge van de afplatting der aarde wordt de lengte van één graad van den meridiaan (één breedtegraad) naar de polen toe grooter, aan den evenaar bedraagt zij 110,6 km, op 60° 111,5 km.

Jong.