Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 15-08-2019

Jaeger

betekenis & definitie

1° Frans Maurits, Ned. schei- en natuurkundige. *11 Mei 1877 te Den Haag. Na studie te Leiden en te Berlijn, was hij leeraar in Zaandam, privaat-docent in Amsterdam en sinds 1908 prof. in de natuur- en scheikunde te Groningen.

In 1912 opende hij daar een laboratorium voor hooge temperaturen, waar hij o.a. oppervlaktespanningen van gesmolten zouten onderzocht. Met →Haga verrichtte hij metingen over röntgenstralen en kristalstructuren.

Behalve hierover schreef hij nog werken op historisch natuurkundig gebied, o.a. over Cornelis Drebbel. J. v. Santen.2° Hans, Noorweegsch romanschrijver van naturalistische richting, uit den kring van Strindberg. *2 Sept. 1854 te Drammen, ✝8 Febr. 1910 te Oslo. Zijn eerste werken, die een ongebonden sexueele uitviering prediken en opzichtig-erotisch doen (Christiania-Bohême!), joegen heel wat stof op en werden gerechtelijk vervolgd. Streng gereserveerde lectuur!

Voorn. werken: Fra Kristianiabohêmen (1885); Syk Kjaerlighed (1893); Bekjendelser (1902); Faengsel og fortvivlelse (1902); Anarkiets bibel (1910). Baur.

3° Werner Wilhelm, Duitsch Klassiek philoloog. *30 Juli 1888 te Lobberich (Rijnland); 1914 prof. te Bazel, 1915 te Kiel; sinds 1921 prof. te Berlijn. Baanbreker in de studie van Aristoteles; modern Humanist, die de Klass. Oudheid als absoluut „vorbildlich” beschouwt. In 1925 stichtte J. het tijdschrift: Die Antike; hij is mede-uitg. van Gnomon.

Voorn. werk.: Paideia, Die Formung des gr. Menschen (I 1933). Zr. Agnes.

< >