Index-cijfers zijn de, vooral in de econ. statistiek toepassing vindende, verhoudingscijfers, aanwijzende den verhoudingsgewijzen omvang van een verschijnsel op het eene tijdstip, vergeleken met dien op een, als basis gekozen, vroeger tijdstip, ofwel met het gemiddelde eener voorafgegane, als basis gekozen, tijdsperiode. Zoowel met het oog op hun beteekenis als de wijze hunner berekening moet men de i. onderscheiden in de enkelvoudige en de samengestelde.
Het enkelvoudig i. heeft slechts betrekking op een enkel losstaand verschijnsel, bijv. de prijsbeweging van koffie. De berekening van zulk een i. is zeer eenvoudig; men stelt den gemiddelden prijs van het basisjaar of de basisjaren op 100 en drukt de gemiddelde prijzen der te vergelijken perioden uit in percenten van die van de basisperiode.
Van veel grooter beteekenis zijn de zgn. samengestelde i., gemiddelden van reeksen van samenhangende verschijnselen, welke gemiddelden geacht kunnen worden bepaalde algemeene tendenzen tot uitdrukking te brengen. Als zulke cijfers kennen we de i. van groot- en kleinhandelsprijzen, van de kosten van levensonderhoud, van koersen van aandeelen, der werkloosheid, der productie en van den omvang van het handelsverkeer.
Deze samengestelde i. worden berekend als rekenkundige of meetkundige, eenvoudige of gewogen gemiddelden der cijfers der reeks. [Onder eenvoudig of ongewogen gemiddelde verstaat men het gemiddelde uit de cijfers zonder rekening te houden met de belangrijkheid der afzonderlijke factoren. Een gewogen gemiddelde is een zoodanig waarbij de gegevens naar hun belangrijkheid met bepaalde belangrijkheidsfactoren (zie ook ➝ Aequivalentie-cijfers) zijn „gewogen”, d.w.z. zijn vermenigvuldigd, waardoor de daling of stijging van het afzonderlijk verschijnsel, volgens zijn belangrijkheid, één of meerdere malen wordt medegeteld.] Soms vindt men als gemiddelden gebruikt den modus of de mediaan. [In tegenstelling tot het rekenkundige en het meetkundige gemiddelde als berekende, zijn mediaan en modus gekozen gemiddelden.
De mediaan is het middelste cijfer uit de groep, wanneer men de reeks geordend heeft in volgorde der grootte. De modus is het cijfer dat het meest voorkomt.] Bovendien kan men het i. berekenen als een gemiddelde der i. der afzonderlijke verschijnselen, ofwel op basis van het gemiddelde der absolute cijfers of hun som.
Practisch vinden al deze methoden een meer of minder ruime toepassing. Het meest voorkomende i. is het rekenkundig, gewogen of ongewogen, gemiddelde uit de i. der afzonderlijke termen der reeks. Het oudst bekende regelmatig gepubliceerde i. van groothandelsprijzen is dat van het Eng. weekblad The Economist.
Sedert 1864 wordt dit cijfer berekend, oorspr. op basis van de prijzen van 22 artikelen gedurende het tijdvak 1845-’50. Sedert 1 Jan. 1929 wordt het berekend op basis van 1927.
Het Sauerbecksche i. van The Statist wordt gepubliceerd sedert 1886. In Ned. worden door het Centraal Bureau voor de Statistiek te Den Haag i. berekend en in zijn maandschrift gepubliceerd, over zeer verschillende verschijnselen op het gebied van het econ. leven.
Daarnaast worden i. gepubliceerd in Econ. Statistische Berichten en in de rubrieken Financiën en Economie der groote dagbladen.
In België worden i. gepubliceerd in de Revue du Travail, in het Bulletin d'Information et de Documentation de la Banque Nationale de Belgique, en in de Situation Economique de Belgique, uitgegeven door het ministerie van Buitenl. Zaken.
Besprekingen en overzichten over i. vindt men tevens in het Bulletin de l'Institut des Sciences Écon. van de univ. te Leuven. Samenvattende internationale overzichten geeft het Bulletin Mensuel de Statistique de la Soc. des Nations.Beteekenis. Prijsindexcijfers beoogen tot uitdrukking te brengen de ontwikkeling van het prijsniveau en daardoor de bewegingen in het econ. verkeer, voor zoover deze kunnen blijken uit den stand van en de bewegingen in het prijsniveau. Het algemeene groothandelsindexcijfer heeft betrekking op de conjunctureele ontwikkeling van de goederenmarkt. Dit cijfer blijkt mede in nauw verband te staan met de gelijke ontwikkeling in het buitenland. Veelal worden afzonderlijke groothandelsindexcijfers berekend voor landbouwproducten, voor industrieele producten en voor voedingsmiddelen. Verder wordt naast het algemeene i. bovendien nog berekend een afzonderlijk cijfer voor goederen, die blijken zeer sterk conjunctuurgevoelig te zijn. Vooral dit laatste cijfer is van groote beteekenis voor de analyse der conjunctuurontwikkeling. Uiteraard staan natuurlijk deze prijscijfers bloot aan invloeden, zoowel van de goederenzijde als van de geldzijde. Het is echter moeilijk deze beide invloeden scherp te scheiden, omdat beide ten nauwste met de algemeene conjunctuur-ontwikkeling samenhangen. Het groothandelsindexcijfer wordt ook gebruikt als hulpmiddel voor de koopkrachtvergelijking van het ruilmiddel in verschillende landen.
Het kleinhandelsindexcijfer wijst regelmatig groote verschillen op met het vorige. Op de eerste plaats wordt het niet op gelijke wijze als dit beïnvloed door de internationale conjunctuurontwikkeling. Daarnaast echter bestaat er steeds een zekere vertraging, vooral bij verlaging van het prijsniveau, in de aanpassing van beide cijfers. Een voorname oorzaak hiervan is, dat vele kosten, die in den kleinhandelsprijs zijn inberekend, niet op gelijke wijze reageeren op de conjunctuur als de groothandelsprijzen, met name de zgn. vaste lasten. Hierdoor is het mogelijk, dat de koopkrachtontwikkeling, berekend op basis van kleinhandelsprijzen, dikwijls een geheel ander verloop vertoont dan die berekend op groothandelsprijzen. Het kleinhandelsindexcijfer is echter meer geschikt voor de beoordeeling van de kosten van levensonderhoud en van de reëele koopkracht van loonen. In sommige landen wordt het ook als zoodanig gebruikt.
Als prijsindexcijfers zijn verder nog te noemen het i. van koersen van aandeelen, van de rente op de geldmarkt en op de kapitaalmarkt. Het i. van koersen van aandeelen wordt beschouwd als een maatstaf voor de zgn. speculatie. Met name komen hierin tot uitdrukking de verwachtingen omtrent den gang van de ondernemingen, als zoodanig een sterke aanwijzing voor de conjunctuur. Het i., dat de positie der geldmarkt tot uitdrukking brengt, is berekend op basis van het niet-officieele bankdisconto en van de prolongatierente. Tot uitdrukking komt hierin de meerdere of mindere ruimte op de geldmarkt, waaronder te verstaan is de markt voor gelden op korten termijn. Het i. voor de kapitaalmarkt is een cijfer, berekend op basis van het rendement van obligaties. Naast deze prijsindexcijfers zijn voor de beoordeeling dezer markten mede van belang cijfers omtrent de omzetten.
Naast deze prijsindexcijfers staan dan verder allerlei andere, die elk voor zich een bepaald verschijnsel belichten; bijv. i. der industrieele bedrijvigheid, aangevend ofwel de productie van de industrie, ofwel de mate van werkloosheid (in het laatste geval worden deze cijfers meer speciaal i. der werkloosheid genoemd); i. omtrent het buitenlandsche handelsverkeer, aanwijzende de intensiteit en den omvang van dezen handel; i. van vrachtprijzen, van den omvang van het goederentransport, van faillissementen, van weekloonen.
Lit.: Bronnen voor indexcijfers, zie de in dit art. genoemde publicaties. Berekening van i.: Irving Fisher, The Making of Index-numbers (31927). C. Janssens.