Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-07-2019

Hazebroek

betekenis & definitie

Hazebroek - Gem. in Fr.-Vlaanderen (XI 144 C 3), hoofd van twee kantons (Noorden Zuid-) in het arrondissement Duinkerke-Hazebroek (tot 1926 een zelfstandig arr. H.).

Ruim 14 000 inw., bijna allen Kath.; tweetalig. Drie kerspelen gewijd aan den H.

Eligius, O. L.

V. van Lourdes en het H. Hart van Jesus.

Landbouw, nijverheid en markt (Maandag). Merkwaardigheden: kerk St.

Eligius (Gotiek); Oud College der pp. Augustijnen (VI.

Renaiss.), nu Gemeente Museum (folklore en schilderijen) en Bibliotheek, tevens zetel van het Comité Flamand de France (Ver. voor oudheidkunde en gesch. v.

Fr.-Vlaanderen); standbeeld met Ned. opschrift voor wijlen E.

H. Lemire, stichter der hoven voor werklieden, volksvertegenwoordiger en burgemeester.Kath. onderwijsgestichten: klein-seminarie met 300 studenten; biss. college voor M.O. St. Jacob; beroepsschool St. Eligius; M.O. en kostschool voor meisjes H. Jeanne d’Arc. Openb.

M.O. „College de Flandre”. Drie kloosters: Zwarte Zusters Augustinessen (moederhuis te Belle); Dochters der Liefde (H. Vinc. è, Paulo), met weeshuis en huishoudschool; Dienaressen van het H. Hart: groot gasten ziekenhuis. v. Es.