Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-07-2019

Hartziekten

betekenis & definitie

Hartziekten - De h. zijn in de 20e eeuw aan belangrijkheid toegenomen. Terwijl zij in 1901 in de statistiek der doodsoorzaken nog de 9e plaats bekleedden, nemen zij thans de tweede plaats in.

Telt men de ziekten van hart en bloedvaten bijeen, dan blijkt, dat dit de meest voorkomende doodsoorzaak is geworden.De oorzaken dezer verschuiving zijn velerlei. Vooreerst is, o.a. door meer doeltreffende behandeling en prophylaxe, de sterfte aan infectieziekten en vooral ook de zuigelingensterfte gedaald. Ook heeft er een leeftijdsverschuiving plaats gehad. Er zijn thans meer menschen tusschen den 30en 60-jarigen leeftijd dan vroeger, en het is juist op ouderen leeftijd, dat het hartvaatlijden zich vooral openbaart.

Maar ook onafhankelijk van deze factoren schijnt een toename der hartvaatziekten niet te miskennen, terwijl ook de leeftijd, waarop het hartvaatlijden optreedt, naar een jongeren jaargang zich verplaatst.

Dezelfde toename als in Ned. werd ook in andere landstreken waargenomen. Zoowel in Zwitserland als Amerika is in 30 jaar een verdubbeling van de sterfte aan hartvaatziekten vastgesteld, zoodat bijv. in 1932 in de Ver. Staten op de vijf sterfgevallen er één voorkwam ten gevolge van hartvaatlijden.

De aard der h. is zeer verschillend. Vooreerst kent men ontstekingsprocessen. Aan het hart onderscheidt men een slijmvlies (endocard), de hartspier zelf (myocard) en het omhullend hartzakje (pericard). Zoo deelt men de hartontstekingen in in endocarditis, myocarditis en pericarditis. De endocarditis, die na allerlei ontstekingsachtige ziekten, maar vooral na de acute gewrichtsrheumatiek (vliegende jicht) kan ontstaan, treedt vooral op aan de kleppen van het hart. Deze kunnen door de ontsteking worden vervormd met het gevolg dat ze onvoldoende sluiten (insufficiëntie van mitraal-, aortaklep). ofwel, star geworden, het bloed onvoldoende doorlaten (bijv. mitraalstenose).

Als gevolg van de ontsteking aan het endocard blijft dan een klepvliesgebrek bestaan. Ontsteking van het myocard kan hartspierslapte geven, terwijl pericarditis een ophooping van vocht in het hartzakje ten gevolge kan hebben.

Andere klepvliesgebreken zijn reeds van de geboorte af aanwezig ten gevolge van een abnormale vorming.

Een niet onbelangrijk deel der h. ontstaat door een syphilitische infectie (→ Syphilis). Ook de → Basedowsche ziekte voert op den duur tot hartveranderingen. Het grootste contingent der b. ontstaat echter op den bodem eener → bloeddrukziekte, resp. aderverkalking, ziekten die vooral na het 50e jaar tot uiting komen. Voor een goed deel berusten deze laatste hartafwijkingen op verandering in den bouw en de functie van de bloedvaten, die het hart zelf verzorgen. Wordt een gedeelte van het hart niet voldoende van bloed voorzien, waarbij gedeeltelijk versterf kan optreden, dan blijven, ook na herstel der doorbloeding, vaak zwakke plekken in de hartspier over.

Bij vsch. h. kan de aard van den polsslag en wel speciaal ook zijn regelmaat veranderd zijn. De regelmatige hartsamentrekkingen worden aan den gang gebracht vanuit een eigenaardig gebouwd deel van de hartspier in den rechterboezem gelegen (→ Hart). Vandaaruit wordt de prikkel voor de samentrekking naar de deelen van het hart verspreid. Functionneert dit geleidingssysteem niet naar behooren, dan kunnen vsch. vormen van onregelmatigen pols optreden. Is de verbinding tusschen boezems en kamers verbroken, dan trekken wel de boezems zich op den normalen prikkel samen, maar de kamers volgen een eigen rhythme (hartblok). Met behulp van de electrocardiograaf (zie verder), die de samentrekking van kamers en boezems afzonderlijk aangeeft, kan de aard van de onregelmatigheid worden opgespoord.

De aanwezigheid van een hartafwijking behoeft niet tot stoornis in de levensverrichtingen te voeren. Het menschelijk lichaam is in staat zich op wonderlijke wijze aan te passen. Zelfs bij grove afwijking is een lang leven mogelijk. Door bijz. omstandigheden (infectie e.d.) kan het evenwicht worden verbroken en is het hart niet meer in staat het toestroomend bloed verder te pompen. Kortademigheid, na inspanning verergerend, opzetting van den buik en dik worden van de beenen is het gevolg, terwijl de afscheiding der urine minder wordt (decompensatio cordis). In andere gevallen treedt allerhevigste pijn in de borst op, speciaal na inspanning, een pijn, die het verder loopen belemmert (angina pectoris).

Voor het herkennen der hartafwijking beschikt de medicus over meerdere onderzoekingsmethoden.

Door de → percussie kan de grootte van het hart worden bepaald, welke nader met een röntgenphoto kan worden gecontroleerd en vastgelegd.

Door de auscultatie kunnen de tonen, die over de hartstreek te hooren zijn, worden beluisterd. Uit de verandering en den aard dier tonen, bijv. het optreden van geruischen (soufflés), kunnen soms belangrijke gevolgtrekkingen worden gemaakt, al hoort men ook over het gezonde hart niet zelden geruischen. De snelheid, vulling en regelmaat van den pols geven verdere aanwijzingen. Ook de opname van een electrocardiogram kan van belang zijn. Men kan nl. met behulp van zeer gevoelige toestellen een curve maken van den electrischen stroom, die bij iedere hartsamentrekking het hart doorloopt. Het zieke hart geeft vaak een verandering in deze curve, een belangrijk gegeven, dat niet op andere wijze te verkrijgen is.

Daarnaast moet worden uitgemaakt, hoe het hart, waaraan al dan niet afwijkingen werden gevonden, functionneert, hoe het zich gedraagt bijv. na een inspanning. Hierbij doet zich een eigenaardige moeilijkheid voor. Bij inspanning gaat bij een ieder het hart vlugger kloppen, men voelt event. die hartkloppingen; de ademhaling wordt dieper en sneller. Wanneer de inspanning voldoende sterk is, raakt men buiten adem, wordt kortademig. Hartkloppingen en kortademigheid na voldoende inspanning is dus een normaal verschijnsel. Maar de hartpatiënt krijgt dit reeds na lichte inspanning.

Maar niet alleen de hartpatiënt, ook de nerveuze, resp. „overspannen” patiënt voelt reeds na lichte inspanning kortademigheid, moeheid en hartkloppen. Het is overigens een bekend feit, dat de menschen niet allen tot gelijke prestaties in staat zijn. Hier speelt het gestel van het individu een groote rol. Soms vindt men de verklaring van de mindere functie in een eigenaardig gevormde borstkas, geringe lichamelijke ontwikkeling, slap spierstelsel e.d., terwijl herhaaldelijk kan worden vastgesteld, dat na een overigens geheel genezen ziekte tijdelijk of blijvend een zekere slapte overblijft, die zich vooral in moeheid, kortademigheid en hartkloppen na inspanning uit, zonder dat aan het hart iets abnormaal is vast te stellen (bijv. na griep, tuberculose). Zijn deze menschen eenmaal attent geworden op dit in hartbezwaren zich uitend verminderd praestatievermogen, dan wordt vaak de oorzaak gezocht in een stoornis der hartwerkzaamheid. In deze gevallen wordt vaak ten onrechte van nerveuze h. gesproken. Het hart is meestal niet ziek, en zenuwachtigheid is gewoonlijk niet de eenige oorzaak.

Dit is o.a. in den Wereldoorlog duidelijk geworden. Ook de genoemde slappe menschen, die bij keuring geen afwijkingen vertoonden, moesten naar het front. Velen konden de daaraan verbonden geestelijke en lichamelijke inspanningen niet doorstaan. Ze kregen verschijnselen als bij echte hartziekte. Pas later bleek het hart zelf niet ziek; in vele gevallen gelukte het, door deze menschen geleidelijk aan zwaardere inspanning te gewennen, hen blijvend geschikt te maken voor den frontdienst.

Ook bij de echte h. ligt de oorzaak dikwerf niet in het hart zelf. Hart en bloedvaatstelsel vormen een zoodanige eenheid, dat ziekten van het eene deel andere deelen beïnvloeden. Zoo kunnen ook ziekten van de bloedvaten, maar ook van andere organen, bijv. de longen, de functie van het hart zoodanig veranderen, dat het niet meer ten volle aan zijn taak beantwoordt.

De behandeling van de h. is afhankelijk van den aard van het lijden. Een ontsteking van het hart vereischt rust, die ook noodig is, wanneer het hart niet in staat is al het toestroomende bloed door te pompen. In het laatste geval zijn tevens geneesmiddelen als het vingerhoedskruid (digitalis) aangewezen. Tegen de vochtophooping in het lichaam worden andere middelen aangewend. Daartoe dient ook het zoutloos eten, terwijl overigens vaak dieetbeperking gewenscht is. Bij de hartkrampen (angina pectoris) zijn bloedvaatverwijdcnde middelen van nut, terwijl bij de alg. behandeling ook de psychische kant niet wordt vergeten, waar de psyche ook op het echte hartlijden een zeer grooten invloed heeft.

Zie verder ook → Hartchirurgie. v. Balen Harudes Germ. stam, wonend naast de Cimbren in Jutland. Caesar vermeldt hen in het leger van → Ariovistus. Een deel van hen trok naar het Z. met Angelen en Wamen. Hardagouw (pagus Hamdorum) in den Harz is waarsch. naar hen genoemd.

< >