Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-07-2019

Grondrechten

betekenis & definitie

Grondrechten - fundamenteele vrijheidsrechten van de burgers in hun verhouding tot de overheid, als ➝godsdienstvrijheid, ➝drukpersvrijheid, vrijheid van ➝onderwijs, ➝persoonlijke vrijheid, ➝huisrecht, recht van ➝vereeniging en vergadering, recht van ➝petitie, ➝eigendomsrecht. De oorsprong der grondwetten is te vinden in de Declarations of Rights der Amer.

Staten, waaruit zij via de „Déclaration des Droits de l’Homme et du Citoyen” van de Fransche Constituante van 1789 in de Ned. en in de Belg. grondwet zijn overgenomen. Door de opneming in de grondwet kunnen de g., slechts voor zoover de grondwet zulks toelaat, door den gewonen wetgever geregeld of beperkt worden.

Intrekking der grondrechten kan slechts bij grondwetswijziging geschieden. De g. gelden niet t.a.v. burgers, die in een bijzondere verhouding tot de overheid staan, als ambtenaren, militairen.Lit.: A. A. H. Struycken, Het Staatsrecht v. h. Kon. der Ned. (2blz. 166 vlg.). Struycken. Grondrechten in Ned.-Indië, Inheemsche. In hoogsten vorm verschijnen deze in het beschikkingsrecht der inl. rechtsgemeenschappen (uitgezonderd in de Vorstenlanden, waar de vorst den grond als eigendom beschouwt en de bevolking slechts een bouwrecht over laat) over de gronden der gemeenschap, op welke door daartoe behoorende individuen of als individuen optredende groepen (familie-, datien pocsakagemeenschap op Amboina) rechten kunnen worden uitgeoefend, zooals bezitsrecht, ontstaan door ontginning van woesten grond, welk recht vervreemd- en vererfbaar is; permanent gebruiksrecht; tijdelijk gebruiksrecht, weide-, jacht- en zamelrecht; welke vier laatste tegen betaling eener retributie ook door niet tot de gemeenschap behoorenden kunnen worden uitgeoefend; pandrecht, inl. hypotheek (Bali).

Op Java en Madoera is het oude communale bezit vervormd tot individueel bezitsrecht, dat agrarische eigendom kan worden. ➝Agrarische Wetgeving in Ned. Indië. B. Damen.