Grondeigenschap - is een hoedanigheid eigen aan de soort, terwijl andere meer wisselvallige eigenschappen het individu kenmerken. Menschen bezitten dezelfde g., ingeboren individueele verschillen zijn van quantitatieven aard.
De menschelijke psychische natuur is één, niettegenstaande verschillen van ras en familie; maakt men een statistiek voor een of andere geschiktheid van een groot aantal menschen, dan verkrijgt men een doorloopende reeks, gaande van een minimum naar een maximum, langs een middelmaat, door het grootst aantal individuen gedragen en weleens het biologisch type genoemd. Er bestaat geen gaping in de statistiek tusschen den hoogbegaafde en den weinig begaafde, de zgn. kloof wordt gevuld door de tusschenvormen.
Dit geldt voor het normale. Het pathologische echter kan qualitatief afwijken, zoodat het abnormale meestal duidelijk is afgeteekend tegenover het normale.
Ook gaat de eene mensch qualitatief verschillen van den andere door het leeren en de ontplooiing van karakter of gezindheid.