Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-07-2019

Gewervelde dieren

betekenis & definitie

Gewervelde dieren - (Vertebrata) hebben een tweezijdig symmetrisch lichaam. Het is verdeeld in kop, romp en ledematen.

Aan den romp laten zich vaak nog een hals en staart onderscheiden. De ledematen zijn meestal, en dan hoogstens ten getale van twee paren, aanwezig; soms ontbreken zij geheel, zooals bij de slangen; bij de walvischachtige dieren is er slechts één paar voorhanden.

De huid is óf naakt óf met haren, veeren, schubben, schilden enz. bezet. Een inwendig skelet dient tot steun van het lichaam en bestaat uit schedel, romp en ledematen; het omsluit en beschermt de centrale deelen van het zenuwstelsel: de hersenen en het ruggemerg; deze deelen liggen aan de rugzijde van het lichaam boven de organen voor de spijsvertering en den bloedsomloop, die aan de buikzijde gelegen zijn.

De mond voert naar het spijsverteringstoestel, dat uit slokdarm, maag en darmkanaal bestaat; steeds is er een afzonderlijke uitloozingsopening voor de onverteerbare stoffen van het voedsel aanwezig. Verdere inwendige organen zijn lever, milt, buikspeekselklier en nieren, die steeds aanwezig zijn.

Het bloed is rood gekleurd en wordt door een gespierd hart in een volkomen gesloten bloedvatenstelsel rondgevoerd. Men verdeelt de gewervelde dieren in vijf klassen: zoogdieren (Mammalia), vogels (Aves), kruipende dieren (Reptilia), amphibiën (Amphibia) en visschen (Pisces).

Zie ook Chordata.Keer.