Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-07-2019

Geleidingsvermogen

betekenis & definitie

Geleidingsvermogen - 1° Electrisch geleidingsvermogen. Alle stoffen bezitten in meerdere of mindere mate de eigenschap, dat de electriciteit erdoor van de eene plaats naar de andere kan stroomen.

Elke stof biedt echter aan den stroom een zekeren weerstand, sommige zooveel, dat men practisch van niet-geleiders (isolatoren) kan spreken. Hiertoe behooren o.a. glas, eboniet, marmer, zijde enz.

De metalen zijn alle zeer goede geleiders. Het geleidend vermogen van een lichaam is omgekeerd evenredig met den electrischen weerstand van het lichaam.

Vgl. → Geleider.Electrisch g. is voor sommige gesteenten anders dan hun omgeving, bijv. ertsgangen. Hierop berust een physische → opsporingsmethode.

Soortelijk of specifiek geleidingsvermogen van een stof voor electriciteit is de sterkte van den electrischen stroom, welke bestaat in een kubus van die stof met 1 cm ribbe, als tusschen twee overstaande zijvlakken de eenheid van potentiaalverschil heerscht. Het soortelijk g. is het omgekeerde van den soortelijken weerstand.

Borghouts.

2° Electrolitisch geleidingsvermogen, → Electrolyse.
3° Geleidingsvermogen der lucht, → Electriciteit (der atmosfeer).