Gele kwikstaart - (Motacilla flava), een slank vogeltje met langen staart van de fam. der kwikstaarten. Schedel blauwgrijs, boven het oog een lichte streep, teugel en wangen zwart, rug olijfgroen, stuit geelachtig, kin wit, onderzijde geel, vleugels bruingrijs.
Zomervogel. Eet insecten.
Broedt in weilanden en roggevelden. Geen zang.
Is vaak de pleegouder van het koekoeksjong. Op den trek komen in Ned. de Noorscheg. k. en de Eng. g. k.
In het O. en Z. van Ned. broedt zeer zelden de groote g. k. Bernink. Gclenius, Sigismund, ver latiniseerde naam van den Tsjechischen Humanist Jelensky; * 1497 te Susice, ✝ 1554 te Bazel, waar → Froben hem aan zijn drukkerij had verbonden. G. vertaalde en publiceerde veel Klass. auteurs, en gaf uit: Lexicon Symphonum (1537), een vergelijkend wbk. van Gr., Lat., Duitsch en Tsjechisch, en een verhandeling over Logica.Zr. Agnes