Geldstelsels - Geldstelsels hebben betrekking op metalen geld of op papieren geld. T.a.v. metalen geld worden onderscheiden:
1° De enkele (hetzij gouden of zilveren) standaard (monométallisme), waarbij alleen één enkel metaal als grondslag (standaard) wordt gebezigd en waarbij dat metaal vrij mag worden aangemunt en tevens na aanmunting wettig betaalmiddel is tot ieder bedrag. Voordeel van dit stelsel is zijn eenvoud, nadeel is echter, dat schommelingen in de productie van het standaardmetaal haar vollen invloed op de prijzen uitoefenen en niet verzacht worden door de aanwezigheid van een ander standaardmetaal, zooals bij:
2° De dubbele standaard (bimétallisme). Dit is het stelsel, waarbij goud en zilver beide als standaard fungeeren. Het voordeel hiervan is hiervoren reeds genoemd. Nadeel is echter de werking van de zgn. Wet van → Gresham. Teneinde dit te ondervangen, is voorgesteld het bimétallisme internationaal toe te passen, waardoor tegenkrachten optreden, die de werking der wet verzwakken en verder door tusschen de beide metalen geen wettelijke waardeverhouding maar enkel een gewichtsverhouding vast te stellen. Dit laatste draagt den naam duometallisme.
3° De hinkende standaard, waarbij goud en zilver wel wettig betaalmiddel zijn tot ieder bedrag, maar waarbij alleen goud vrij mag worden aangemunt. Voordeelen heeft dit stelsel niet. Waar het bestaat, zooals in Ned., werd het noodgedwongen ingevoerd. Nadeelen zijn: gevaar voor goud-agio, wanneer het goud schaarsch wordt, en hetzelfde nadeel van den enkelen standaard, als hoedanig de hinkende standaard zich in het internationaal verkeer gedraagt.