Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 06-06-2019

Flatgebouw

betekenis & definitie

Flatgebouw is een woningcomplex, van 20 tot 100 of meer woningen, gewoonlijk op een mooi gelegen bouwterrein opgericht, en waarin de woningen vanuit een gemeenschappelijk trappenhuis bereikbaar zijn. Deze etagewoningen zijn in den regel bestemd voor beter gesitueerden.

Zij kunnen bevatten ruime trappenhuizen met liften, centrale keuken, restaurant, feestzalen, logeerkamers, fietsen- en autoberging enz., terwijl zij in technisch opzicht den bewoners vele voordeelen kunnen verschaffen, bijv. centrale verwarming, vuilgoed-kokers, boodschappen- en spijzenliftjes en een zorgvuldige uitvoering met inachtname van strenge eischen t.o.v. geluids- en warmte-isolatie. Vlak bij den hoofdingang bevindt zich gewoonlijk een portierskamer en een dienstingang voor het personeel en de leveranciers.

In het buitenland zijn f. sinds jaren in gebruik, in Ned. en België werden zij omstreeks 1918 voor het eerst gebouwd en vonden in de groote steden veel verspreiding; gebrek aan personeel van huishoudelijken aard, de veranderde eischen van comfort en het aantrekkelijke van een beperkte woning op goeden stand, welke aan vele eischen voldoet, bevorderden vooral voor kleine families het wonen in flats. Zie pl. (vlg. index kol. 832). Thunnissen