Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 06-06-2019

Fichtelgebergte

betekenis & definitie

middelgebergte in Beieren, waar de deels in Hercynische, deels in de richting van het Ertsgebergte verloopende gebergtesystemen elkaar rechthoekig kruisen en het gebergte den naar het N.O. geopenden hoefijzervorm geven. Het F. is tevens een belangrijke waterscheiding, waar Main, Saaie, Eger en Naab ontspringen, die de verbinding vormen met de drie grootste stroomgebieden van Duitschland: Rijn, Elbe en Donau.

Om een oud-kristallijne kern uit graniet en gneis liggen Cambrische keien; in den N.W. hoek komen bovendien nog porphyrgesteenten voor. De hoogste toppen bestaan uit hard-fijnkorrelig graniet (Steinwald 940 m, Ocksenkopf 1023 m, Schneeberg 1051 m en Kösseine 938 m) en verheffen zich uit de terrasvormige hoogvlakte (ca. 800 m).

Op ieder van deze toppen liggen geweldige op elkaar gestapelde granietblokken, door verweering ontstaan. De bekkenvorming, die binnen deze hoogvlakte optreedt, is deels tectonisch te verklaren, deels door de snellere verweering van het daar optredend gesteente.

De vroegere mijnbouw is achteruitgegaan; alleen de ontginning van graniet in groote groeven en van kaolin heeft nog beteekenis. Door de spoorlijnen Nürnberg-Karlsbad en Berlijn-Leipzig is het gebied aangesloten bij het groote verkeer. Lips.