Ferdinand Hart Nibbrig - Ned. schilder en graphicus; * 6 April 1866 te Amsterdam, ✝ 12 Oct. 1915 te Laren. Leerling van den zeeschilder C.
A. Rust, de Quellinusschool en de Rijksacademie te Amsterdam en de Academie Julian te Parijs.
Werkte in laatstgenoemde plaats ook onder leiding van Fernand Cormon en onderging er den invloed van Vincent van Gogh e.a. Schilderde boerenen andere typen (stroopers), binnenhuizen, landschappen en portretten.
Maakte in 1905 een reis naar Algiers. Was een der eerste vertegenwoordigers in Ned. van het pointillisme van Seurat en Signac, dat hij soms wat te decoratief en nogal schoolsch toepaste. Koomen Hartog1° Edouard de, Nederlandsch muziekcriticus en componist; * 15 Aug. 1829 te Amsterdam, f8 Nov. 1909 te Den Haag; leefde een groot deel van zijn leven te Parijs en sedert 1900 te Den Haag, waar hij voor buitenl. bladen critieken schreef. Hij componeerde vsch. opera’s, orkesten koorwerken, liederen en kamermuziek.
2° Henri, Ned. letterkundige, * 1 Aug. 1869 te Rotterdam, ✝ 25 Febr. 1904 aldaar; onderwijzer. Schreef enkele naturalistische schetsen. Zijn werk moet voor een deel als streng voorbehouden lectuur beschouwd worden. Posthuum verscheen Sjofelen (1904).
3° Jacques, Nederlandsch musicus; * 24 Oct. 1837 te Zaltbommel, ✝ 3 Nov. 1917 te Amsterdam, waar hij leeraar was aan het conservatorium en sedert 1903 privaat-docent aan de univ. H. heeft vsch. leerboeken op muziekgebied (o.a. de harmonieleeren van Richter en van Jadassohn) vertaald, terwijl van zijn zelfstandige publicaties een bruikbare biographie van Wagner (1914) genoemd moet worden. Reeser
Hartrot Ziekteverschijnsel bij bieten, waardoor de jonge hartblaadjes zwart worden en afsterven, wat vervolgens ook geschiedt met de andere bladeren. Later vormen zich vaak weer nieuwe, kleine blaadjes. In de wortels treedt droogrot op, dat zich meermalen geleidelijk over den ganschen wortel uitstrekt. Oorzaak: boriumgebrek. Bestrijding: gift van 20 kg borax of 60 kg bietenborax per ha. M. v. d. Broek Hartschelp (Cardium edule), ook kokhaan of kokkel genoemd, mosselsoort, die aan de Noordzeekust veel op zandbanken voorkomt.
De schelp is 4-5 cm lang en 3-4 cm hoog, wit of geel, en vertoont een aantal dwarse ribben; de dwarsdoorsnede is ongeveer hartvormig. De adembuis of sipho is kort; de voet kan worden uitgestulpt en na zich te hebben vastgezet door plotselinge samentrekking het dier doen wegspringen.
De h. is eetbaar en wordt o.a. gevangen in de Westerschelde. M. Bruna Hartschild Klein schild in het hart van een wapenschild. → Heraldiek.