Episcopaal stelsel - Episcopaal stelsel is een theorie betreffende de inrichting der Kerk.
1° In het Katholiek Kerkelijk Recht beteekent de theorie, die, in tegenstelling met het papaal stelsel, de jurisdictierechten der bisschoppen te zeer uitbreidt ten koste van het jurisdictieprimaat van den paus; en wel op twee verschillende wijzen:
a) Door de jurisdictierechten te overdrijven, welke de bisschoppen gezamenlijk, als de vertegenwoordigers der Kerk, op algemeene Kerkvergaderingen bezitten, zoodat dan de algemeene Kerkvergadering boven den paus zoude staan; het e.s. in dezen vorm is de in de 14e en 15e eeuw ontwikkelde → conciliaire theorie, voorgestaan door d’Ailly, Gerson, Diederik van Nieheim en anderen,
b) Door de rechten der afzonderlijke bisschoppen te overdrijven, welke dan door den paus niet zouden kunnen worden beperkt; in dezen vorm houdt het e.s. verband met het → Gallicanisme, → Febronianisme, → Josephinisme, → Anglicaansche Kerk. → Bisschop.
Het Vaticaansch Concilie (1870) heeft het e.s. in zijn onderscheidene vormen definitief veroordeeld, overigens onder volledige erkenning der macht, welke de bisschoppen krachtens goddelijk recht bezitten; C.I.C. can. 218, 329.
2° In het Protestantsch (Luthersch) Kerkrecht is het e.s. een andere theorie dan het → collegiaal stelsel en het → territoriaal stelsel ter rechtvaardiging der kerkelijke macht van de landsvorsten: de landsvorst zou summus episcopus (opperbisschop) zijn, wijl ten gevolge van het verdrag van Passau (1552) en den godsdienstvrede van Augsburg (1555) de jurisdictie der Kath. bisschoppen ten aanzien der Lutheranen op de landsvorsten als gevolmachtigden zou zijn overgegaan om haar door superintendenten en consistories te laten uitoefenen. Het eerst begin 17e eeuw opgesteld door Joachim en Matthias Stephani, professoren te Greifswald, later door het territoriaal stelsel verdrongen.
Schweigman