Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 05-06-2019

Doodenliturgie

betekenis & definitie

ritueel betreffende de in gemeenschap met de Kerk afgestorven leden; gegrondvest op dogma’s, deels van troostvollen aard, bijv. het eeuwig geluk hiernamaals, de verrijzenis van het lichaam, de gemeenschap der heiligen enz.; deels van angstwekkenden aard, bijv. de strengheid van het oordeel, de eeuwige en tijdelijke straffen, enz. In de oud-Christelijke en middeleeuwsche doodenliturgie treedt de eerste, in latere tijden de tweede soort meer op den voorgrond, vanwaar in de tweede periode: zware rouw, →Dies irae, →Libera, enz.; alsdan wordt de begrafenis een boetepreek voor den wereldling.

Volledige uiting van ons geloof is in de d. slechts te bereiken door wijze mengeling van beide.De doodenliturgie omvat de Exsequiae of →begrafenis; die van kleine kinderen heeft een in onderdeelen eigen ritueel met Engelenmis, en witte paramenten. Verder omvat de d. de Jaargetijden (afkomstig van de anniversaria op martelaarsgraven,) de Requiemmissen op 3en, 7en, 30en dag na het overlijden (de laatste heet maandstond), oud-Joodsche herinneringstijden. Plaatselijk ook op 3en, 9en, 40en dag (de laatste heet zeswekendienst), ontstaan door Hellenistischen invloed. Hierbij worden zwarte paramenten gebruikt, door een paus paarse. De uitdrukking „rouwversiering” is ongewenscht, beter is: „het verhullen van den luister der kerk” (Caerem. Episc. c. XI, nr. 1).

Het antiphonarium der Requiemmissen is thans onveranderlijk, behoudens in enkele bijzondere riten, als dien der Dominicanen, het Graduale en den Tractus; in de M. E. was er rijke verscheidenheid. Heden blijft er in achterwege elke uiting van vreugde en alles, wat betrekking heeft op de levenden.

De Getijden der Dooden (minstens uit de 8e eeuw), bestaan uit Vespers, Metten en Lauden. Voor Allerzielendag voegde Pius X daar Kleine Uren aan toe. Dit Officie is gebouwd naar den trant van dat der drie laatste dagen der Goede Week. Onder de weekdagen heeft Maandag eenige betrekking met de doodenliturgie. Dit steunt op het oud-Joodsche en plaatselijk ook Christelijk volksgeloof, dat de dag des Heeren ook rustdag is voor de gestraften in de onderwereld, en dus den volgenden dag hun pijnen weer beginnen. →Begrafenis.

L i t. : De Liturgie d. Overledenen, tekstuitg. met inleid. (Leuven); Eisenhofer, Handb. der kath. Liturgik (II Freiburg, 429-446, 556-558); Merk, Die Messlit Totenehrung i. d. röm. Kirche (Stuttgart). Voor lit. van onderdeelen, zie: Dict. d’arch. et lit. (s.v. Défunts); Koenders, Handb. der Lit., aanhangsel v.

Huf (s.v. Doodenlit.); Registerband der eerste 10 dln. van Jahrbuch f. Liturgiewissensch. (s.v. Tod). Verwilst.