Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 04-07-2019

De Gemeenschap

betekenis & definitie

De Gemeenschap - Letterk. maandschrift, gesticht in 1925 door Jan Engelman, Hendrik Kuitenbrouwer en Willem Maas met het doel, de jongere Kath. kunst een zelfstandig orgaan te geven. Later traden tot de redactie toe Albert Helman, Albert Kuyle, Chris de Graaf, die de redactie weder verlieten, Anton van Duinkerken, Antoon Coolen, A.

J. D. van Oosten en Louis de Bourbon.

Spijts de vele redactie-veranderingen, die het blad onderging, vertoont het in zijn ontwikkeling een vaste lijn: het sluit de jongere Kath. bezieling aan bij de traditie en strijdt voor een krachtige Kath. levensuiting in kunst, letteren, politiek en cultuur. Uit een redactioneel conflict in 1933 ontstond een splitsing.

Albert Kuyle en Henk Kuitenbrouwer stichtten De Nieuwe Gemeenschap. Rond de Gemeenschap schaarden zich tal van dichters, schilders en musici der jongere generatie, die na 1920 aan het woord was gekomen.Het tijdschrift leidde tot de oprichting eener uitgeverij De Gemeenschap, die onder directie van L. M. A. Kuitenbrouwer (= Albert Kuyle) nieuw letterkundig werk in moderne verzorging bracht. Na het aftreden van Albert Kuyle in 1932 werd de directie gevoerd door C. Vos.

Vele geschriften, die van grooten invloed zijn op de moderne Ned. letterkunde, werden door D. G. uitgegeven. Hier verscheen ook, op initiatief der uitgevers, de driedeelige bloemlezing „Kath. Poëzie”, die de hedendaagsche Kath. dichtkunst verbindt aan de Kath. gemoedstraditie in Nederland.

Asselbergs