Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 24-04-2019

Dialoog

betekenis & definitie

Dialoog - (Gr. dialogos = tweegesprek). Als literair genre is de d. bij de Grieken, lang vóór Plato, ontstaan uit de oude gewoonte elkaar te onderrichten door middel van samenspraken.

Het boek immers is van betrekkelijk jongen datum. Ofschoon zoowat alle Socratici „socratische dialogen” schreven, is de d. toch vooral verbonden aan den naam van Plato, die dialogen schreef om den geest van den omgang van en met Socrates zoo getrouw mogelijk weer te geven en den d. tot zijn hoogsten kunstvorm heeft gebracht. Gansch de Oudheid door (Lucianus, Plutarchus, Athenaeus), bij de Latijnen (Cicero), in de middeleeuwen, de Renaissance, zelfs in de moderne literatuur wordt veelal de d. gebruikt om wijsgeerige, wetenschappelijke, religieuze vragen te behandelen, waarbij, evenals bij Plato, de gekozen sprekers elk een bepaald systeem vertegenwoordigen.

Bij Plato wordt, behalve in de „Wetten”, de hoofdrol gegeven aan Socrates, die dan ook zijn naam geschonken heeft aan de „Socratische methode”, waardoor de leeraar door middel van goed gekozen vragen den leerling zelf de beoogde kennis laat vinden. ➝ Dialectiek.

V. Pottelbergh.

Lit.: Hirzel, Der Dialog (2 dln. 1895).