Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-04-2019

Brown

betekenis & definitie

Brown - 1° Charles Brockden, eender allervroegste Amerikaansche romanschrijvers; * 1771, ✝ 1810; van Quaber-afkomst, als romanticus onder invloed van William Godwin en Mrs. Radcliffe ; invloed op Shelley.

Werken: Wieland, or The Transformation (1798); Ormond (1799); Arthur Mervyn, or Memoirs of the Year 1794 (1800); Edgar Huntly (1801); enz.

Uitg.: verzamelde werken (6 dln. 1857 en 1887, deels herdrukt sedert 1928). — Lit.: M. S. Vilas, Monogr. (1904); M. Fricke (Hamburg 1911); bibliogr. in The Cambr. Hist. of Amer. Lit. (I 1917). “Pompen ”2° Ernest William, Eng. astronoom, * 1866 te Huil. Professor in de wiskunde aan het Haverford-college (Pennsylvania) van 1891 tot 1907, daarna prof. in de wiskunde aan Yale University. Publiceerde in 1909 tafels van de beweging van de maan, waarvan hij de berekeningen zelf had uitgevoerd en die sindsdien den grondslag vormen van de opgaven van plaats en beweging van de maan in de astronomische en zee-almanakken. “P. Bruna ”3° Ford Madox, Engelsch schilder, * 1821, ✝ 1893.

Geschoold onder Gregorius (leerling van David te Brugge) en door Wappers te Antwerpen en vertrouwd met het werk van Comelius en Overbeck, was hij nauw met de Eng. Prae-Raffaëlieten verbonden, zonder tot hun kring te behooren. Hij besefte, dat de verjonging der kunst niet van verandering van onderwerp (klassiek, romantisch, enz.) afhing, noch, zooals bij de Duitsche Prae-Raffaëlieten, van stichtelijke imitatie, maar van een terugkeer naar den geest en de methodes van de vroeg-Ital. schilders; en zoo was hij de eerste onder de modernen, die probeerde te schilderen, wat hij werkelijk zag (ofschoon hij, gelijk de Prae-Raffaëlieten, neiging vertoonde, zooals bijv. in zijn „Work”, onder den last van het detail verloren te gaan) en, gekant tegen de academische voorliefde voor „bruine” schilderijen, herstelde hij in de kunst den gloed en de zuiverheid van het koloriet door op witten ondergrond te schilderen. Zijn naar verhouding weinig talrijke werken behandelen in hoofdzaak historische onderwerpen en bevatten o.a. 12 groote fresco’s, welke de geschiedenis van Manchester illustreeren (Manchester, City Hall), „De terechtstelling van Maria Stuart”, „Chaucer aan het hof van Eduard III”. Het meestbekende doek, misschien zijn meesterwerk, is het warme en natuurware „Christus, die Sint Petrus de voeten wascht” (Londen, National Gallery).

Lit.: F. M. Hueffer, F.M.B. (1896); H. Rossetti, F. M. B. (1902). “Doyle-Davidson ”4° George Douglas, Schotsch schrijver van een beroemden roman. * 1869 te Ochiltree, Ayrshire, als zoon van een boer; ✝ 1902. Stud. te Glasgow en Oxford. Schreef kort voor zijn dood The House with the Green Shutters, een bitter realistische beschrijving van het boerenleven in Ayrshire, voorlooper van het modem realisme in Schotland. “Pompen ”5° Henry Kirke, N. Amerikaansch beeldhouwer; * 1814 te Leyden (Massachusetts), ✝ 1886 te Newburgh (New York). Leerde eerst te Boston onder Chester Harding schilderen, werd spoorwegbeambte, ging 4 jaar naar Italië (1842—1846). Hij goot zijn bronzen zelf. Van hem zijn vooral bekend ruiterstandbeelden (o.a. van George Washington in New York, Union Square).

Zijn gelijknamige neef en leerling (* 1857) vervaardigde eveneens ruiterstandbeelden. Zijn bekendste werk is echter de „Buffeljacht”. “Knipping ”6° John B., Schotsch geneesheer. * 1736, ✝ 1788. B. studeerde onder Cullen te Edinburgh; ubliceerde 1780 zijn „Elementa medicinae”. Hij racht de geheele geneeskunde op twee begrippen terug: nl. sthenie, sterkte door krachtige prikkels, en asthenie, zwakte door te zwakke prikkels; ook nog indirecte asthemie door al te sterke prikkels. Zijn systeem was korten tijd zeer verspreid, maar werd daarna algemeen verlaten. “Schlichting” 7° Robert, ook genaamd → Browne.

8° Robert, Schotsch plantkundige; * 1773, ✝ 1858; studeerde te Edinburgh medicijnen en plantkunde. In 1798 maakte hij kennis met Joseph Banks, die er voor zorgde, dat B. in 1800 deelnam aan een expeditie naar Australië. In 1805 keerde hij met een groote verzameling terug, die hij bewerkte. In 1810 werd hij bibliothecaris bij Banks, nadat hij eerst dezelfde betrekking gehad had bij de Linnean Society. In de jaren 1849—’53 was hij president van dit genootschap. Tusschen 1825 en ’30 maakte hij studie van kleine deeltjes, die in water zweven, welker beweging naar hem → Brownsche beweging genoemd wordt.

Werken: Prodromus Florae Novae Hollandiae (1810); General Remarks geographical and systematical on the Botany of Terra Australia (1814). “Bouman ”9° Stephen S. J., Iersch Jezuïet met groote verdiensten voor het Katholieke boeken bibliotheekwezen. * 1881. Oprichter in 1922 en leider van de Central Catholic Library in Dublin.

Werken: A Reader’s Guide to Irish Fiction (1910); A Guide to Books on Ireland (1912); The Realm of Poetry (1921); Ireland in Fiction; Poetry of Irish History.

10° Tom, Anglicaansch polemisch schrijver. * 1663, ✝ 1704; 4 jaar student te Oxford en 3 jaar leeraar te Kingston; leidde van 1687 af een losbandig leven te Londen; verdiende zijn kost met vertalingen en ruwe satiren, o.a. op Dryden en sir Richard Blackmore.