Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 20-03-2019

Boeroe

betekenis & definitie

Boeroe - 1) eiland in de Molukken, gelegen op het uiteinde van den Timor-Ceram-boog (tusschen 3° 4'— 3° 50' Z., 125° 68'—127° 15' O.), ten W. door Straat Manipa van Ceram en Ambon gescheiden. Opp. ca. 9 000 km (ong. 1/4 van Ned.).

L a n d b e s c h r ij v i n g. B. is een bergland (Tomahoe 2 175 m, Siel ca. 2 600 m). Het meer Wakollo (750 m boven den zeespiegel) ligt op de grens tusschen gesteenten van de Archaïsche en die van latere periode. Het klimaat is tropisch; O. en W. moesson; gemiddelde jaarlijksche regenval 1 618 mm. Er komen goede houtsoorten voor: sandelhout, djati (teak), verder kokos en sago, rotan en kajoepoetih (melaleuka), enz. De fauna bestaat uit wilde en tamme buffels, zwijnen, herten, hertzwijnen (babiroesa, alléén op B. en de Soela-eilanden), papegaaien, casuarissen, schildpadden, krokodillen, pythonslangen, enz.

Bevolking en godsdienst: ruim 18000 bew.; overgang van het sluiknaar het kroesharige ras. Aan de kust wonen veel vreemdelingen. Oorspronkelijk heidensch, ging een gedeelte der inheemsche bevolking tot den Islam of tot het Prot. Christendom over. Sedert 1885 is de Utrechtsche Zendingsvereeniging op B. werkzaam vanuit Leksoela: 2 zendelingen, 22 volksscholen, 3 500 Christenen.

Bestaansbronnen: de bevolking leeft van tuinbouw, jacht en visscherij, zij verbouwt tabak en verzamelt boschproducten. Uitvoer: Kajoepoetih-olie (per jaar ca. 400 000 kg = 400 000 gld.), kopra, damar, rotan, tabak enz. Slechts 200 ha zijn door een landbouwonderneming ontgonnen. Het binnenland is nog tamelijk onbekend.

Geschiedenis. In 1512 werd B. voor het eerst door de Portugezen bezocht; Portugeesche handelaren doopten een 4000 inboorlingen. Een missionaris is er niet gevestigd geweest. De Jezuïet P. Bernardino Ferrari werkte er van Juli tot Sept. 1581.

Met de Portugezen verdween ook de Kath. godsdienst. In 1657 werd door de Hollanders het fort Defensie bij Kajelie gebouwd. Expedities: van prof. K. Martin (1892); van hulpprediker J.H.W. v.d. Miesen (1907); van kapitein K.F.E. Gerth v. Wijck (1907-1913); van de Josselin de Jong (1933).

Lit.: dr. G.A. Wilken, Bijdragen tot de kennis der Alfoeren van het eiland Boeroe. Verhand. Bat. Genootsch. (1875); H. Hendriks, Het Burusch van Masarete (XXXVIII Den Haag 1897); J.H.W, v.d. Miesen, Reisverhalen in Meded. v. h. Aardrijksk. Genootschap (1908-1909).

2) Onderafdeeling in de residentie Amboina, gouvernement der Molukken, waartoe behooren het eiland Boeroe, Ambelan en eenige kleinere eilanden. 16000 inwoners. Hoofdplaats Namlea, civiel bestuur 2 militaire brigades.

Cappers.

3) Een kaap, de Zuidelijkste punt van het vasteland van Azië, op het schiereiland Malaka (1о 20’N.).