Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 20-03-2019

Boekhouden

betekenis & definitie

Boekhouden - is het regelmatig en stelselmatig houden van aanteekeningen over de veranderingen in de middelen eener huishouding, soms ook tegelijkertijd over de veranderingen in het vermogen, ten einde voortdurend te kennen den omvang en de samenstelling der middelen en om te kunnen nagaan hoe de daarin plaats gehad hebbende handelingen in hun financieele gevolgen strookten met de doelstelling der huishouding. Het geheel der aanteekeningen heet boekhouding. . .

Beteekenis. 1° De b. geeft een inzicht in den financieelen toestand eener huishouding; 2° zij registreert verkregen resultaten en wijst aan hoe die werden verkregen; 3° zij verschaft de cijfers voor de beoordeling van de doelmatigheid van een gevoerd beheer; 4° de b. heeft bewijskracht zoowel in geschillen met de belastingadministratie als in civiele procedures. zie Boekenbewijs; zie Boekenonderzoek.

Voor den koopman bestaat de wettelijke verplichting boek te houden (art. 6 W.v.K.).

Vormen. Het b. is een methode voor het cijfermatig vastleggen van de gevolgen van bepaalde voorvallen. In die methode onderscheidt men hoofdvormen, die men b.-methoden pleegt te noemen en bijzondere toepassingen, eenerzijds naar de wijze, waarop de boekingen plaats vinden (zie B.-systemen), anderzijds naar den aard van de huishouding of naar een speciaal te verwezenlijken doel. In dit laatste verband spreken we dan van fabrieksboekhouden, bankboekhouden, geheimboekhouden e.d.

Lit. Leer- en handboeken: dr. W. Kreukniet, Practisch boekhouden (5 dln.); J. Hagers, Koopmansboekhouden (5 dln.); Joh. Bouwman, Leerboek van het Dubbel Boekhouden (5 dln.); Bouwhof, Lagerwerff en Krediet, Boekhouden (4 dln.).

Bijzondere toepassingen : behalve V van Kreukniet, Practisch Boekhouden (Supplement 1932); van der Kam, Gestichtsboekhouden (1910); Starke, Brandverzekering, hare Techniek, Boekhouding en Statistiek (1916); Simon-Saarloos, Kostprijsberekening en Administratieve Fa-brieksorganisatie (1920); v. Everdingen, de FabneksBoekhouding (1922); v. Schaick, Leerboek van het Landbouwboekhouden; Burgmans, De Boekhouding van Reederijen (1923); Wintersteyn, Banken, hare Boekhouding en Organisatie (1932); Minderhout, De organisatie van Hypotheekbanken en hare Boekhouding (1932); Kok, Boekhouden en Berekeningen in het levensverzekeringsbedrijf.

C. Janssens.