Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 01-04-2019

Autobiographie

betekenis & definitie

Autobiographie - (Gr., = eigen-levensbeschrijving) is het verhaal, dat iemand van zijn eigen leven schrijft. Meestal blijft de a. niet bij het uiterlijke, maar geeft zielsontleding, schildert zielegroei.

Beroemd zijn de Belijdenissen van den H. Augustinus, de a. der H. Teresia van Avila en later die van de Kleine Teresia van Lisieux. Bijzondere vormen van a. zijn:

1° het bekeeringsverhaal (Dom Will. Verkade, G. Bruna);
2° de mémoires of gedenkschriften, meestal rijk aan onthullingen over een bepaald tijdvak; na den wereldoorlog heeft dit genre gebloeid (Hindenburg, Foch, enz.);
3° het dagboek: intieme aanteekeningen, dag voor dag, weergave van gedachten en stemmingen, oorspronkelijk niet voor publicatie bestemd (Pieter v. d. Meer de Walcheren, Frederik van Eeden). De a. is dikwijls van groot belang voor geschiedenis en psychologie. Meer bedektelijk wordt door dichters en schrijvers vaak a. in hun werk ingevlochten (Vondel, Dickens).

v. d. Eerenbeemt.