Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 02-02-2019

Amenhotep

betekenis & definitie

Amenhotep - naam van vier pharao’s der 18e Egyp. dynastie, regeerend resp. 1557—’36, 1448—’20, 1411—1375, 1375—ca. 1358 v. Chr. Zij zijn de pharao’s uit den tijd der Egyp. wereldheerschappij. Reeds A. I, zoon van Ahmes I, bevestigde de Egyp. macht over geheel Nubië en drong in het N. waarsch. tot aan den Euphraat door. A. II erfde van Thoetmes III een wereldrijk, dat hij door zijn krachtig optreden tegen de Syro-Palest. en vóór-Aziat. vazallen bijeenhield en zelfs nog uitbreidde.

Volgens een waarsch. theorie was hij de pharao, die de Isr. liet vertrekken uit Egypte. A. III was als zoon van een prinses der Mitanni eng met dit volk verbonden. Zijn lange, vreedzame regeering was het glanstijdperk der Egyp. macht, waarvan ook een deel der tabletten van Amarna getuigt. Een tot dan toe ongekend levendige internationale handel en de volle uitbloei der schoone kunsten waren daarvan het gevolg, alsmede een langzaam doordringende verandering van versch. eeuwenoude tradities en opvattingen in Egypte. De slappe houding van A. III jegens zijn vazallen verhaastte echter de crisis van het Egyp. wereldrijk, die onder A. IV volledig uitbrak.

Deze merkwaardigste aller pharao’s verwaarloosde zijn wereldrijk en ging geheel op in zijn monotheïstisch getinten cultus der Zonneschijf (zie Aten), waarnaar hij zich Achenaten (Ichnaton = Hij, in wien Aten welgevallen heeft) noemde. Omwille van den tegenstand der priesters van Amon verliet hij Thebe en stichtte de stad Achetaten (= Aten heeft welgevallen ; zie Amarna), waar de „kettersche pharao” met Nefertiti, zijn schoone gemalin, een idyllisch, doch kortstondig bestaan leidde. In literatuur en kunst staat zijn tijd geheel apart. Bij zijn dood was het Egyp. wereldrijk in volle ontbinding.

Simons.