Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 02-02-2019

Aluminium

betekenis & definitie

Aluminium - is een element en behoort tot de lichte metalen. Het symbool is Al. Het s.g. bedraagt bij 20°C 2,70. Het atoomgewicht is 26,97, atoom uummer 13, smeltpunt 667°C, kookpunt ± 1800°, uitzettingscoëfficiënt 0,00231, soortelijke warmte 0,232, weerstand voor electriciteit 29,5 Ohm per km en mm2.

Mechanische eigenschappen. A. munt uit door gemakkelijke smeedbaarheid en laat zich gemakkelijk vervormen. Men kan het tot zeer fijne draden trekken en tot uiterst dunne bladen uitwalsen (A.-papier dient voor het inwikkelen van chocolade). De vastheid kan door toevoeging van 2 tot 6% koper nog verbeterd worden. Wanneer het echter vnl. op het weerstandsvermogen aankomt tegenover chemicaliën, verdient zuiver a. de voorkeur. Ook is a. goed laschbaar, echter moeilijk te soldeeren.

Chemische eigenschappen. A. is aan de lucht goed houdbaar, doordat het zich spoedig met een vrijwel onzichtbaar oxydhuidje bedekt, dat het er onder liggende metaal beschermt. A. is een zeer onedel metaal en wordt dus door water en door zuren aangetast. Zoutzuur en zwavelzuur lossen het onder waterstof-ontwikkeling op. In salpeterzuur wordt het gemakkelijk passief, d.w.z. het overtrekt zich met een laagje onaantastbaar metaal en blijft daarna onveranderd. Het a. is zeer bestendig tegenover sterk azijnzuur, citroenzuur, formaldehyd, waterstofperoxyde, vetten en vetzuren.

Door basische stoffen wordt het zeer sterk aangetast. Natron- en kaliloog lossen het geheel op onder waterstof-ontwikkeling. In tegenwoordigheid van een ander metaal is de aantastbaarheid door water en zuren veel grooter. In tegenwoordigheid van kwik en kwikverbindingen geeft a. met water een levendige waterstofontwikkeling. A. in fijn verdeelden toestand verbrandt zeer gemakkelijk en is een sterk reductiemiddel (> Aluminothermie).

Voorkomen. A. komt slechts als verbindingen voor in de natuur. Het is het meest voorkomende element na zuurstof en silicium (8% der bekende aarde). De voornaamste a.-verbindingen zijn de veldspaten en hunne verweeringsproducten kaolien, leem en klei, die alle min of meer zuiver a.-silicaat zijn. Het a.-oxyde wordt gevonden in gekristalliseerden toestand als korund (kleurloos), robijn (rood) en saffier (blauw). Amaril is een onzuiver a.-oxyde. Bauxiet is een a.-oxyde-hydraat met de samenstelling A12032H20. Spinell is een a.-magnesiumoxyde: MgO.Al203. Kryoliet is een natrium-ahuniniumfluoorverbinding: Na3AlF6.

Historisch. De naam a. is afkomstig van aluinen = aluin. Eerst in 1827 heeft W ö h 1 e r voor het eerst a. in zuiveren toestand kunnen afscheiden, en wel uit aluminiumchloride met kalium. S t. Claire-Deville heeft in 1854 de bereiding van a. op technische schaal mogelijk gemaakt en wel door gebruikmaking van natrium i.p.v. het dure kalium, zoodat de prijs toen tot 120 gld. per kg daalde.

Moderne bereiding. De afscheiding geschiedt tegenwoordig uitsluitend met behulp van de electriciteit. In den hier afgebeelden oven ter bereiding van a., vormen koolstaven de positieve electrode. Gesmolten a. dient als negatieve electrode (kathode). Dit laatste ligt onder in den aluminiumoven ; daarboven bevindt zich gesmolten kryoliet, dat zooveel als oplosmiddel is. Bij doorvoeren van den electr. stroom scheidt zich a. af, naarmate men bij het gesmolten kryoliet aluminiumoxyde voegt. Het benoodigde a.-oxyde wordt verkregen uit bauxiet, dat met soda en kalk wordt verhit in een draaienden oven, daarna vermalen en met water en koolzuur behandeld.

Toepassingen. A. vindt een voorname toepassing in de metallurgie van het ijzer, waar men 0,02 tot 0,05% a. in de gietpan doet, om het ontstane ijzeroxyde te reduceeren. Verder in de > aluminothermie en voor het maken van allerlei legeeringen, zooals aluminiumbrons, magnalium en duraluminium, die vooral in de luchtscheepvaart toepassing vinden. Bij het zink, dat voor het galvaniseeren van ijzer dient, voegt men 10% a., om het zink dunner vloeibaar te maken. Allerlei huishoudelijke voorwerpen, zooals pannen, veldflesschen e.d., worden uit a. vervaardigd. In den wagonbouw wordt a. zeer veel toegepast als beslagdeel voor aan slijtage blootgestelde houten onderdeelen: treeplank, drempels, raam- en deurlijsten. Echter worden deze voorwerpen in aanraking met water op den duur zwart, wat zijn oorzaak vindt in verontreinigingsproducten van het metaal. Het afvalmetaal wordt tot a.-poeder verwerkt, dat weer toepassing vindt bij het maken van a.-bronskleurstoffen (dit zijn stoffijn verdeelde metalen en metaalmengsels) in de vuurwerkmakerij, bij de bereiding van sommige explosief stoffen, bescherming van ijzer tegen roesten, enz. Tenslotte is het niet onmogelijk, dat a. een toekomst heeft in de electrotechniek, daar de electr. geleidbaarheid slechts weinig kleiner is dan die van koper.

L i t.: Corson, M.G., Aluminium, the metal and its alloys (1926); Ullmann, Enzyclopadie der technischen Chemie (I 21932). v. d. Beek.