Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

ZELFBEHEERSING

betekenis & definitie

is eigenlijk de eigenschap van iemand, die door de kracht waarmee zijn wil het goede aanhangt weerstaat aan het drijven van zijn ongeordende hartstochten, die dat goede in gevaar brengen. Zo iemand heeft dus nog geen door de deugd geordend zinnelijk streven.

Daarom doet zich dit nog gelden in ongeordende bewegingen. Maar de zelfbeheersing maakt dat er niet aan toegegeven wordt.

In zover de deugd van de mens hier op aarde in de regel nog niet volmaakt is, heeft ieder zelfbeheersing nodig. Soms spreekt men echter ook van zelfbeheersing waar men doelt op de geordendheid van het zinnelijk streven zelf, waardoor de ongeordende bewegingen uitblijven.

A. V.

R.