Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

WILLIBRORDUS

betekenis & definitie

(658—739), heilige, apostel van Nederland, eerste aartsbisschop van Utrecht, was Engelsman van geboorte. Opgevoed in het klooster Ripon onder leiding van de H.

Wilfried, ging hij later naar het Ierse klooster Rathmelsigi (Mellifont), waarvan Egbert abt was. Op 33-jarige leeftijd werd hij aan het hoofd van een twaalftal missionarissen uitgezonden ter bekering van de Friezen.

Hij landde in 690 te Katwijk. Pippijn van Herstal wees hem het land der Friezen als missieveld aan en Willibrord vertrok eerst naar Rome om zijn zending door de paus te laten bekrachtigen.

Het succes der prediking was groot. Op verzoek van Pippijn werd hij op 22 Nov. 695 door paus Sergius tot aartsbisschop der Friezen gewijd.

Pippijn gaf hem een terrein te Utrecht, waar hij een kerk stichtte, toegewijd aan de Salvator (Verlosser), en het St. Maartensklooster, waaraan tevens een school voor toekomstige geestelijken verbonden werd.

Hij arbeidde vooral in het aan de Franken onderworpen gedeelte van Friesland: Utrecht, Zuid-Holland en Zeeland; ook in NoordBrabant en Limburg. Hij begon priesters uit het eigen volk op te leiden; te Echternach (in Luxemburg) stichtte hij een klooster, als steunpunt voor zijn werk, buiten het bereik van eventuele overvallen der Friezen, misschien ook als uitgangspunt voor de prediking in Duitsland.

Ook in het gebied der van de Franken onafhankelijke Friezen deed hij bekeringspogingen, eveneens bij de Denen, zonder veel succes.ie vijandige houding van koning Radboud belemmerde tenslotte de voortgang van het Christendom onder zijn volk. Na de dood van Pippijn (714) herwon Radboud het vroeger voor hem verloren gegane deel van Friesland; hij veroverde Utrecht en Dorestad; Willibrordus was genoodzaakt een schuilplaats te zoeken in Echternach. Overal werden de christelijke kerken verwoest. In 718 heroverden de Franken weer het gebied en Willibrord kon de geleden verliezen herstellen.

M. G.