Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

SOWJET-UNIE

betekenis & definitie

of Unie van Socialistische Sowjet-Republieken (U.S.S.R.), federale volksrepubliek in O.-Europa en Azië, telt ca. 200 millioen inwoners van ca. 150 nationaliteiten, van wie ca. 70 pct. Russisch-Orthodox.

De oppervlakte beslaat 1/7 deel van de landoppervlakte der gehele wereld. De bevolking bestaat voor ruim 60 pct. uit Russen, ruim 15 pct.

Oekraïners, voorts Witrussen, Oezbeken, Tataren, Kazachen, Joden, Azerbeidsjanen en Georgiërs. De Sowjet-Unie bestaat uit 16 republieken, waarbinnen soms autonome gebieden, districten en republieken liggen met erkende cultuur en erkende taal.

Art. 124 van de Grondwet zegt: „Om de gewetensvrijheid van de Sowjet-burgers te verzekeren, is in de Sowjet-Unie de Kerk van de staat gescheiden, evenals de school van de Kerk; vrijheid van godsdienstuitoefening en vrijheid van antigodsdienstpropaganda zijn aan iedere Sowjet-burger verzekerd.” De christianisering van de Russen dateert van de 10de eeuw, toen Wladimir de Grote (980-1015) met behulp van priesters uit Byzantium van boven af het Russische volk kerstende. De RUSSISCH-ORTHODOXE KERK omvat thans in de Sowjet-Unie zelf 83 bisdommen.

Aan het hoofd staat de patriarch van Moskou, die tezamen met de Heilige Synode, die uit 6 leden bestaat, de leiding der Kerk heeft (zie Oosterse Kerken).Na de Russisch-Orthodoxe Kerk volgen in grootte de Islam, de R.K. Kerk (vnl. in het Westen, o.a. Litauen), de Baptisten (hoofdkwartier te Moskou), de Evangelisch-Lutherse Kerk (vnl. Letland en Estland), de Boeddhistische gemeenschap, de joodse gemeenschap. De staat verstrekt principieel geen cijfers over de grootte van al deze kerkgenootschappen. In Estland en Letland, die overwegend luthers waren, gingen in Wereldoorlog II de Duits sprekende lutherse gemeenten geheel ten onder.

Er zijn thans in elk der beide gebieden nog ca. 700 000 Luthersen. R.K. KERK. Over de huidige situatie van de katholieke Sowjet-onderdanen (Latijnse zowel als geünieerde) zijn moeilijk exacte gegevens mede te delen. In grote lijn heeft zich de volgende ontwikkeling voorgedaan. Bij de val van het tsaristisch regiem bestonden in het toenmalige Rusland nog 5 katholieke diocesen: Kamenetz, Minsk, Shitomir, Tiraspol en Mogilev, met 5 bisschoppen, 2 coadjutoren en ca. 900 priesters.

Het aantal Katholieken werd geschat op 6 millioen, beschikkend over 600 kerken en 580 kapellen, voorts over 6 seminaries en de theologische academie van Petro-grad. In 1950 leefde echter geen enkele, in Rusland geboren, katholieke bisschop meer in vrijheid, geen enkele inheemse priester kon nog zielzorg uitoefenen. De Bolsjewiki zijn in 1918 terstond begonnen met het sluiten der seminaries, op deze wijze verdere priesteropleiding verhinderend. Het aantal Katholieken in de U.S.S.R. was in 1940 gedaald tot ca. 500 000. Wat na de oorlog van deze verdrukte minderheid overgebleven is, staat niet vast. Uit berichten van teruggekeerde krijgsgevangen of gedeporteerde priesters (Polen, Oostenrijkers, Duitsers, Italianen) blijkt dat in Siberische kampen tot vóór en tijdens Wereldoorlog II een aantal bisschoppen en priesters geleefd moet hebben en daar clandestiene zielzorg kon uitoefenen; doch juiste gegevens daaromtrent zijn documentair niet vast te leggen. Anders werd de situatie na 1945, toen een stroom van Katholieken met hun priesters, gedeporteerd uit de geannexeerde randgebieden in het Westen (Pools, West-Oekraïns, Wit-Russisch en Baltisch gebied) de weg naar gevangenschap in Centraal- en Aziatisch-Rusland aantrad.

De lijdensweg der beide meest-katholieke delen in dit nieuwe Sowjet-voorterrein (Pools-Oekraïne en Litauen) is tekenend voor de hardnekkigheid, waarmee het atheïstisch-materialistisch systeem de vrije godsdienst vervolgt, vooral wanneer deze (zoals het Katholicisme) niet gespleten en omgebogen kan worden in dienst van het eigen politieke en culturele imperialisme. In 1945 had de definitieve annexatie dezer gebieden plaats. In het Poolse grensgebied van Galicië en Subkarpathisch Oekraïne leefden toen nog resp. 3,5 millioen en 0,5 millioen geünieerde Katholieken, met ongeveer 2800 priesters. Tussen 1945 en 1950 werd een groot aantal dezer priesters vermoord of gedeporteerd (een 500-tal wist naar het Westen te ontkomen), hun episcopaat gedecimeerd. Nadat de metropoliet van Lemberg, mgr. Andreas graaf Szeptycky, reeds einde 1944 was gestorven en zijn opvolger, mgr.

Joseph Slipy, in 1945 gearresteerd, werd de kathedraal van Lemberg overgenomen door een Orthodoxe bisschop, meegebracht door de Sowjetautoriteiten. De poging van enkele katholieke theologen om, onder pressie van de Sowjets, een schisma op te wekken onder de gelovigen, verliep nadat de leider dezer afvallige beweging, prof. Gabriel Kostelnyk, door katholieke partisanen was vermoord. Van de bijna 3000 priesters en seminaristen waren in het eerste jaar na de annexatie er slechts ca. 150, vaak tengevolge van zware dwang, apostaat geworden. Met het ontnemen van kerken, seminaries, kloosters en alle openbare ondersteuningsmogelijkheden is de verweesde kerk van Galicië en Subkarpatië echter tussen 1945 en 1950 uitgeroeid: tal van gelovigen zijn gedeporteerd of tot afval gedwongen, het priestercorps is verdwenen of door orthodoxe geestelijken vervangen.

De liquidatie van het Katholicisme in Litauen verliep weer anders. Hier was ongeveer 80 pct. der bevolking katholiek (2,5 millioen), beschikkend over een bloeiend jeugd-, pers- en onderwijsapostolaat. Sedert de annexatie van de Baltische landen werden uit dit gebied 550000 bewoners naar de U.S.S.R. overgebracht. Van de 1600 priesters in Litauen waren er in 1952 nog ca 350 over. Van het Baltische episcopaat waren 2 bisschoppen gedood, 2 gevangen, 3 gedeporteerd, 3 uit hun ambt gezet. In Riga, Wilna en Kowno werd één enkel seminarie toegelaten, dat onder de moeilijkste omstandigheden voortwerkt.

De hoogbejaarde aartsbisschop van Riga, mgr Anton Springevics, was geruime tijd de enige en laatste metropoliet van geheel de U.S.S.R. In de herfst van 1955 echter heeft de 80-jarige bisschop van Panevezhis, mgr Kasimir Paltorakas, in de kathedraal van Wilna in overleg met het Vaticaan twee nieuwe katholieke bisschoppen kunnen consacreren. Dat in de kampen en kolonies van Siberië het geloof der duizenden gedeporteerde Katholieken door priesters-lotgenoten levend gehouden wordt, daarvan getuigen talloze teruggekeerde Westelijke gevangenen. Uit deze kernen lopen ook contacten naar verborgen geloofsgemeenschappen in de onmetelijke U.S.S.R. — De telkens weer herhaalde waarschuwingen der officiële marxistische dialectici tegen heroplevend religieus gevoel onder de Sowjet-jeugd (orthodox, katholiek, islamietisch) is het teken, dat een geforceerd atheïsme, gepaard met wetenschappelijke bestrijding en politiële uitroeiing, in 35 jaren niet bereikt heeft dat de volkeren der U.S.S.R. hun godsdienstige instelling verloren, zie ook Communisme en Godlozenbeweging.

A. M.