Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

COMMUNISME

betekenis & definitie

noemt men in het algemeen een vorm van samenleving, waarin allen voor de gemeenschap werken naar vermogen en ontvangen naar behoefte. In deze zin kan men ook spreken van een „christelijk” communisme in de kloosters.

In onze tijd heeft communisme een zeer bepaalde betekenis gekregen door het experiment in Sowjet-Rusland. Zich baserend op het Marxisme hebben Lenin en Stalin een concrete vorm gegeven aan de beginselen van Marx en Engels.

Lenin werkte vooral de theorie en tactiek der proletarische revolutie uit, waarbij de dictatuur van de partij zeer geaccentueerd werd. Stalin paste het Marxisme speciaal aan de nationale situatie en behoeften van Rusland aan.

Als economisch systeem verzet het communisme zich radicaal tegen het kapitalisme en eist socialisering der productiemiddelen en van de grond, terwijl de productie wordt geregeld door jarenplannen. Als sociaal verschijnsel wenst het afschaffing van de klassenverschillen en maatschappelijke gelijkheid van de vrouw met de man.

Als politiek systeem aanvaardt het de dictatuur van het proletariaat, in Rusland geworden tot de dictatuur van de partij, en gebruikt het tot verovering van de macht de klassenstrijd. Wereldbeschouwelijk staat het communisme op de basis van het dialectisch en historisch materialisme, dat het bestaan van iets zuiver onstoffelijks, dus ook van God, ontkent, de godsdienst tot „opium” verklaart en al het religieuze voor illusoir en schadelijk voor de arbeidersklasse.

Direct na de Russische revolutie ontwikkelde zich het communisme zeer radicaal en met groot geweld. Door de N.E.P. voerde Lenin enkele verzachtingen in voor het privaatbezit en sedertdien is de ongelijkheid in Rusland weer groter geworden, want in plaats van klassenonderscheid kreeg men nu categorieënverschil.

Stalin voerde speciaal het „nationale” element weer in en stoelde de communistische economie op de vijfjarenplannen.

Vooral sedert 1935 maakte hij een zwenking naar de burgerlijke zeden.

De gezinspolitiek werd verstevigd en de losheid van zeden tegengegaan. In de tweede wereldoorlog kwam er zelfs een verzoening tot stand met de Orthodoxe Kerk, waarbij haar groter armslag werd verleend binnen de Kerk en in het zuiver godsdienstige.

Tegenover Rome nam de vijandschap echter toe. De leer over de „afsterving” van de staat werd practisch verloochend, want deze macht wordt nog steeds groter.

Ofschoon het communisme in Rusland enigszins gematigd is geworden en afziet van een openlijke en hardhandige bestrijding van godsdienst en kerk, blijft het toch onaanvaardbaar voor een Katholiek en is toetreding door een decreet van het H. Officie (1 Juli 1949) op straffe van weigering der Sacramenten verboden.

Innerlijk heeft het communisme immers niets prijsgegeven van zijn materialisme en atheïsme, terwijl de waarde en vrijheid der menselijke persoonlijkheid worden onderdrukt (zie Collectivisme). Hoe komt het echter, dat in zgn. „katholieke” landen, zoals Italië en Frankrijk, het communisme toch nog zoveel aanhang vindt, vooral onder de arbeiders? Dit jammerlijke verschijnsel is grotendeels te verklaren door onwetendheid en verzuim.

Verzuim, omdat men in die landen te weinig of te laat acht heeft geslagen op de sociale leer van de Kerk en van de pauselijke encyclieken.Te lang heeft men daar feodale en kapitalistische verhoudingen geduld en te weinig aandacht besteed aan de sociale gerechtigheid. In de ogen van vele arbeiders leek het alsof de Kerk in dienst stond van feodalisme en kapitalisme, en zij vereenzelvigden vaak Kerk met geestelijkheid en rijke katholieke leken.

Onwetendheid, zowel het communisme als het Katholicisme betreffend, is wel de tweede belangrijke factor.

Men kende het Katholicisme te oppervlakkig en zeker de sociale leer van de Kerk.

Dat de prediking hier dikwijls in gebreke bleef, staat vast. Omdat men die sociale leer niet voldoende kende, had men ook geen vertrouwen in de Kerk voor de oplossing van het sociale vraagstuk.

Onwetendheid verder aangaande de totale en werkelijke leer en doelstellingen van het communisme. Het communisme werd door de katholieke arbeiders vaak enkel als een economisch systeem beschouwd, dat hun tenminste gerechtigheid en materieel heil zou brengen.

Klassenstrijd en totalitaire dictatuur achtten zij meestal niet onchristelijk of een slechts tijdelijk noodzakelijk kwaad om een hoger goed te bereiken. De communisten komen in die katholieke landen niet openlij k voor de dag met hun materialisme en atheïsme.

Ze weerhouden de katholieke partijgenoten niet hun kerkelijke plichten te vervullen en proclameren een welwillende neutraliteit van de partij tegenover godsdienst en kerk. Bovendien waren en zijn soms nog de sociale ongelijkheid en armoede zo groot, dat de mensen in hun nood bijna radeloos werden en dus redeloos.

Zij zonnen op een zo spoedig mogelijke en desnoods drastische verwezenlijking van huns inziens gerechtvaardigde sociaal-economische grondrechten. Dat de communistische propaganda bij deze mensen gemakkelijk toegang vond, zal ons niet verwonderen.

De mystiek van de verlossing van het proletariaat en de heilsboodschap van het scheppen van de nieuwe wereld zijn in staat gebleken bij velen een groot élan los te slaan.

Mede door de schuld van Katholieken ging zo in deze landen de arbeiderswereld grotendeels voor de Kerk verloren.

Gelukkig probeert men nu ook de katholieke sociale leer meer naar voren te brengen, doch het is helaas zeer laat. A.

V. D.

W.