Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

POLEN

betekenis & definitie

volksdemocratische republiek in Oost-Europa, telt 25 millioen inwoners, van wie 85 pct. Kath., i pct.

Prot. en 14 pct. andersdenkenden. Na verschillende missionneringspogingen in de 8ste en 9de eeuw werd Polen definitief gekerstend in de 10de eeuw onder hertog Miecislav, die zich in 966 liet dopen en daarna de Poolse Kerk organiseerde.

Sindsdien is het openbare leven er steeds ten nauwste verbonden geweest met het Katholicisme. De Reformatie werd, na aanvankelijk succes, in de 17de eeuw geheel teruggedrongen; in het huidige Polen leven thans ca. 250 000 Protestanten (1 pct.), die vnl. tot de Lutherse Kerk behoren.

De politieke geschiedenis van Polen heeft er toe bijgedragen, dat de trouw van de Poolse Katholieken aan Rome tevens een traditioneel aspect is geworden van het nationale verzet tegen Russische invloed en russificering. De Russische Orthodoxie heeft dan ook in Polen, ondanks politieke pressie nooit vaste voet kunnen krijgen.

In Wereldoorlog II heeft de Katholieke Kerk van Polen zwaar te lijden gehad, zowel door het optreden van de nationaal-socialistische als van de communistische machthebbers. Met name zijn de aanzienlijke grensverschuivingen sinds 1939 ook voor de Kerk een bron van vele moeilijkheden.

Van de 4 bloeiende bisdommen in de aan de U.S.S.R. in 1945 overgedragen gebieden — Wilna, Pinsk, Luck en Lemberg met 3 248 000 gelovigen is bijna niets overgebleven. Hier heeft de Kath.

Kerk het lot ondergaan van de Kerk in Rusland.

In het huidige Polen zelf nam de communistische regering — anders dan in de overige Oost-Europese landen — aanvankelijk een voorzichtige en gereserveerde houding aan tegenover de Kerk.

Na allerlei moeilijkheden sinds 1950 kwam daaraan definitief een einde in 1953. De gehele Katholieke Kerk werd onder staatscontrole geplaatst en de in 1952 tot kardinaal benoemde primaat van Polen, mgr.

Wyszinsky, aartsbisschop van Gnesen en Warschau, werd gearresteerd. Het is thans nog wel geoorloofd, dat de gelovigen de kerken bezoeken, maar hun invloed in het openbare leven is zo goed als verdwenen; van de katholieke scholen is nog 30 pct. over; van liefdadigheidsinstellingen en ziekenhuizen, van katholieke persorganen is alles verloren gegaan.

Een in 1950 gesloten accoord tussen episcopaat en regering is nimmer nageleefd door de staat. Van de kerkvorsten zijn thans behalve de kardinaal-primaat nog 9 andere bisschoppen in arrest; de 23 anderen leven onder bewaking in hun residenties.

Van de 8500 priesters, die Polen telde in 1945, zijn er nu nog ruim 6000 in functie; de anderen zijn gedood, gevangengenomen of gedeporteerd. Dit laatste is ook het geval met 700 religieuzen.

In de vroegere Duitse gebieden ten O. van de Oder-Neisse heeft de regering, na vergeefs aangedrongen te hebben op de benoeming van Poolse bisschoppen, in 1951 de apostolische administratoren uit hun residenties (Breslau, Dantzig, Oppeln, Ermeland en Landsberg) gezet en er 5 „bisdombestuurders” benoemd.P.M./J.H.H.