Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

PASTOOR

betekenis & definitie

(Lat.: pastor, herder) is de priester, aan wie de leiding van een parochie blijvend is toevertrouwd en die in apostolische openheid ook niet-Katholieken, die in zijn parochie vertoeven, in zijn herderlijke aandacht dient te betrekken (can. 1350 § 1). In één en dezelfde parochie mag slechts één pastoor zijn, daar hij als vertegenwoordiger van de ene bisschop symbool van de ene Christus is.

Het ambt is van kerkelijke origine en heeft bepaalde rechten en plichten. De pastoor heeft recht op de inkomsten van zijn ambt en op de iura stolae (stoolrechten).

Eerst na zijn installatie mag hij zijn pastorale functies uitoefenen.