Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

OECUMENISCHE BEWEGING

betekenis & definitie

is de meest opvallende en karakteristieke geestelijke beweging binnen het christelijke leven van onze tijd. Oecumenisch komt van Gr.: oikoumene, de gehele bewoonde aarde.

Oecumenisch is dus dat wat de wereldwijde Kerk van Christus aangaat. Deze beweging zoekt de organische eenheid der Christenen binnen de ene Kerk van Christus te herstellen.

De dynamiek van haar snelle ontwikkeling is te verklaren uit de geleidelijke herontdekking der volle openbaringswerkelijkheid binnen vele geloofsgemeenschappen, vooral van het wezen en mysterie der Kerk als Volk Gods en als Lichaam van Christus, met de wezensnoodwendige eenheid daarin gegeven. Voorts uit de honger naar gemeenschappelijke geloofsbeleving, getuigenis en dienst der Christenheid aan een ontredderde wereld.

In de ruimere betekenis van het woord valt elk streven naar herstel van eenheid der Christenen er onder, dus ook dat van de Katholieke Kerk ten aanzien van de Oosterse Kerken, Anglicanen en Protestanten. Enger opgevat verstaan we doorgaans die concrete historische beweging er onder, welke vooral in de protestantse wereld van ca. 1900 af is ontstaan.Van vóór 1800 af groeien in N.-Amerika nationale en internationale verbanden van interconfessionele aard voor samenwerking op sociaal, politiek, missionnair en evangelisatorisch gebied. In 1908 werd de Federal Council gesticht, thans goeddeels opgenomen in de National Council of the Churches of Christ in America. Engeland kreeg in 1804 zijn Brits en Buitenlands Bijbelgenootschap. De Evangelische Alliantie bracht vanaf 1848 alle Evangelische Christenen tot gebed en opwekking bijeen. De Kerken werden zich tevens bewust van hun bovennationale confessionele verbondenheid, zodat vanaf 1867 de Anglicanen in de Lambeth-conferenties, en later de Lutheranen, Presbyterianen, Methodisten, Congregationalisten en Baptisten zich in confessionele wereldbonden verenigden. Men zocht in die tijd nog vooral samenwerking en een geestelijke eenheid over de Kerkmuren heen.

De verschillen in leer en kerkopvatting liet men bestaan. Het initiatief ging meer van christelijke persoonlijkheden dan van de Kerken zelf uit.

De overgang van de prae-oecumenische naar de voloecnmenische periode begint met de Zendingsconferentie van Edinburgh in 1910, die protestantse en Anglicaanse zendingsleiders voor gezamenlijk overleg bijeenbracht. Een blijvend orgaan van samenwerking resulteerde hieruit, de Internationale Zendingsraad (John Mott, 1921), die geregeld (Jerusalem 1927, Madras 1938, Whitby 1947) samenkwam. De Wereldbond voor vriendschap tussen de volken door de Kerken (1914) bracht hén bijeen, die de invloed van de Kerk wilden aanwenden om ontspanning te brengen in internationaal politieke conflicten. In deze kring kwam Nathan Söderblom met het voorstel naar voren van een permanent concilie der Christenheid, dat in wereldvragen leidinggevend zou spreken. Deze beweging voor Practisch Christendom (Life and Work) kwam in Stockholm (1925) en Oxford (1937) bijeen.

De Amerikaanse episcopale zendingsbisschop Ch. Brent zag naast de noodzaak van samenwerking die van een terugkeer der gehele Christenheid tot een zelfde visie op Credo, Kerk, ambt en sacrament. Deze beweging voor Geloof en Kerkorde (Faith and Order) kwam in Lausanne (1927) en Edinburgh (1937) bijeen.

Internationale jeugdverbanden, interconfessioneel opgezet, vol evangelisatorische drang, zoals de Y.M.C.A. (1878), de Y.W.C.A. (1894) en de Wereldfederatie van Christen Studenten (1895) droegen het hunne bij.

Vanaf 1937 kwamen de tweede en derde der vier genoemde bewegingen tot elkander, door de anderen daarin begeleid. In Amsterdam (1948) kwam het tot de definitieve stichting van de Wereldraad van Kerken (W.R.) waaraan thans 165 Kerken uit 44 landen, samen 170 millioen gelovigen representerend, deelnemen. De W.R., door de Kerken zelf gedragen, zet alle vroegere takken van oecumenisch werk voort: het gesprek om de eenheid in het geloof, de samenwerking op het gebied van evangelisatie en zending, het overleg inzake sociale en politieke vragen alsook de hulp aan vluchtelingen en noodlijdende Kerken. Het verband tussen de W.R. en de Internationale Zendingsraad wordt steeds nauwer. De genoemde jeugdverbanden werken mee in het Jeugddepartement van de W.R. Het hulpwerk tijdens Wereldoorlog I door Ad.

Keiler georganiseerd groeide na Wereldoorlog II uit tot een blijvende steun van financieel sterkere aan zwakkere Kerken en aan D.P.’s. Op het Oecumenisch Instituut van Bossey bij Genève ontmoeten leken in beroepsgroepen elkaar voor discussie over de vragen der beroepsethiek. Het hoofdkwartier van de W.R. stimuleert alle arbeid der departementen, door het eigen studiedepartement bijgestaan.

Tot nu toe nemen haast alle protestantse gezindten (met uitzondering van de Fundamentalisten), de Anglicanen en enkele Oosters-Orthodoxe Kerken deel aan de W.R. De Russisch-Orthodoxe Kerk houdt zich afzijdig. De Katholieke Kerk ziet van deelname af om redenen van dogmatische en pastorele aard. Vele katholieke theologen volgen echter met aandacht de ontwikkeling van de Oecumenische Beweging, die geen superorganisatie maar enkel een gespreksplaats voor eenheid, overleg en coöperatie wil wezen voor alle Kerken die „Jesus Christus als God en Heiland” willen belijden (Basisformule). Zij verstaan, dat deze beweging in diepste grond het herstel zoekt der éne Christenheid en de zichtbare manifestatie der eenheid van Christus' alomvattende Kerk. Daarom zoeken zij door mee te denken hun positief gerichte belangstelling tot uitdrukking te brengen, vnl. door uitbouw ener eigen oecumenischkatholieke theologie, die de andere geloofsgemeenschappen in de wereld het einddoel van alle oecumenisch verlangen voor ogen wil stellen.

H. V. D. L.