een der engelen, verscheen eerst aan Zacharias (Luc. I : 11-20) en daarna aan Maria (Luc.
I : 26—38). Het eerst wordt Gabriël genoemd in het boek Daniël, waar hij aan de profeet visioenen uitlegt (Dan. 8 : 16, 9 : 21).
Volgens het boek Henoch is Gabriël een der (7 of 4) aartsengelen.