noemt men die tak van de psychologie, welke zich overwegend bezighoudt met het bestuderen van de onbewuste psychische processen in het menselijk leven. Hoewel reeds bij Augustinus dieptepsychologische inzichten zijn te vinden, is toch pas door de Duitse romantiek onder leiding van Carus, Schopenhauer en Nietzsche getracht tot een meer systematisch inzicht in het onbewuste te komen.
Van medische kant is het werk van Freud fundamenteel geweest voor de ontwikkeling van de dieptepsychologie. De theorieën van Freud, de grondlegger van de psychoanalyse, de eerste vorm van dieptepsychologie, hebben een uitgesproken materialistische basis.
De waardevolle inzichten er van kunnen echter in een gezonde psychologie worden opgenomen. De dieptepsychologische inzichten zelf zijn echter ook van groot belang geweest voor de sociologie, de ethnologie, de literatuur en in algemene zin ook voor de moderne wijsbegeerte en wel in het bijzonder de existentiefilosofie.
In hoge mate kenmerkend voor de dieptepsychologie is het inzicht, dat het menselijk gedrag niet alleen bepaald wordt door het bewuste wilsleven, maar steeds mede bepaald is door gevoelens en neigingen van driftmatige aard, welke de handelende mens zelf grotendeels onbewust zijn. Verder zie Freud, Jung en Psychologie. A. CH.
