is het eerste woord van de lofzang die Zacharias zong bij de geboorte van de H. Joannes de Doper.
Zij vormt een vast gedeelte van de Lauden en wordt dan voorafgegaan en gevolgd door de Benedictus-antifoon. Ook bij andere liturgische plechtigheden, o.a. bij kerkwijding en begrafenis, wordt zij gebezigd (Luc.1i : 68-79).