Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

ABORTUS PROVOCATUS

betekenis & definitie

Lat. naam voor het opzettelijk afdrijven van de vrucht die buiten de moederschoot nog niet kan blijven leven. Het gaat om een rechtstreekse vruchtafdrijving, die als middel of als doel wordt gewild.

Hiervan moet men zeggen dat zij als een rechtstreeks doden van een onschuldig mens onvoorwaardelijk slecht is. Dit betekent dat ook iedere indicatie (d.w.z. ieder euvel, dat naar de abortus provocatus zou verwijzen als naar het middel waardoor het verholpen kan worden) als onvoldoende moet worden afgewezen, dus zowel de medische (wanneer het voortduren der zwangerschap het leven of de gezondheid van de moeder ernstig bedreigt of zal schaden) als de eugenetische (de verwachting van een geestellijk of lichamelijk minderwaardig kind), de ethische of juridische (wanneer de vrucht door een verkrachting is verwekt) en de sociale (sociale en economische bezwaren tegen gezinsvermeerdering).

Uit grote bezorgdheid zowel voor Gods recht en eer als voor het welzijn der mensen heeft de Kerk ons de laatste tijd bij herhaling er aan herinnerd, dat dit onvoorwaardelijk verbod zowel in de natuurwet als in Gods positieve wet vervat ligt. Men mag hierin dus geen hardvochtigheid of gebrek aan waardering voor menselijke waarden zien, want de houding die van ons wordt gevraagd vindt haar grond juist in de hoge waardering voor de menselijke persoon en zijn onvervreemdbare rechten.

Ook de ongeboren vrucht is een mens met God als eigen, persoonlijk doel en op geen ander mens of menselijk belang als op zijn doel gericht. Het eigen menselijk leven is als bij ieder mens in de volle zin „het hare”, bestemd om haar te dienen in de van God gekregen opgave.

Het is daarom een van haar voornaamste rechten. Hieraan vergrijpt men zich door de rechtstreekse vruchtafdrijving.

Zij is immers het beschikken over iemands leven als was het gericht op andermans welzijn. De grond van de ongeoorloofdheid is dus niet, dat het leven van het kind boven dat der moeder wordt gesteld of dat het laatste aan het eerste zou moeten worden opgeofferd.

De grond ligt in iets dat aan kind en moeder gemeenschappelijk is en waarom evenmin de moeder ter wille van het kind mag worden gedood als andersom.

Als men niet vasthoudt aan de onschendbaarheid van elk leven van een onschuldige, is geen veilige samenleving mogelijk.

Het is de taak van de mens alles in het werk te stellen om beider leven te redden. Men mag daarvoor alleen niet zijn toevlucht nemen tot zedelijk slechte middelen.

De eerbied voor ieders leven moet de geleerden er toe aansporen met de grootste ijver te speuren naar steeds volmaakter wegen om ook in moeilijke gevallen beider leven te redden. Het is duidelijk dat de eigenlijke reden der ongeoorloofdheid ook niet te zoeken is in de nadelige gevolgen, die te duchten zijn.

Veelvuldig worden nl. gynaecologische en psychische afwijkingen door de abortus provocatus veroorzaakt, en wanneer het gebeurt door niet-vakkundigen zijn ernstige verwondingen, verbloedingen en infecties zeer talrijk.In vele landen wordt abortus provocatus niet gestraft bij medische indicatie; sommige landen erkennen ook de eugenetische en juridische; zo goed als nooit vindt men de sociale erkend. België en Nederland erkennen geen enkele indicatie. Ook als de wet het toestaat, blijft het voor de arts evenals voor ieder ander een zedelijk ongeoorloofde ingreep. Wie vruchtafdrijving veroorzaakt, beloopt, zodra het effect gevolgd is, een aan de Ordinaris voorbehouden excommunicatie (C.I.C. 2350 § 1).

Geheel anders moet de onrechtstreekse vruchtafdrijving beoordeeld worden. Dit geval is aanwezig, wanneer iets anders dan de vruchtafdrijving het eigenlijke middel en doel is, doch de dood van de vrucht volgt vanwege aan het middel en doel bijkomstige omstandigheden. Dit is bijv. het geval, wanneer het leven van de moeder, onafhankelijk van haar zwangere toestand, dringend een chirurgisch of ander therapeutisch ingrijpen eist, dat op zichzelf geen vruchtafdrijving is maar in deze omstandigheden wel de dood van de vrucht meebrengt. Omdat de ingreep hier geen middel of doel is, is hij ook geen beschikken over andermans leven. De daad zal ondanks de dood van de vrucht geoorloofd zijn, wanneer de te behartigen waarde zo groot is dat zij opweegt tegen het nadelige gevolg en wanneer de ingreep niet kan worden uitgesteld en het gevolg onvermijdelijk is. Zo zal men bij een zwangere vrouw, die lijdt aan kanker van de baarmoeder, deze operatief mogen wegnemen, wanneer uitstel der operatie tot de tijd, dat het kind ook buiten de moederschoot kan leven, ernstig gevaar oplevert voor het leven der moeder.

A. V. R.