m. (-en; -tje) [Lat. vinum]
I. Eig.
1. drank uit gegist druivesap bereid : jonge of nieuwe, oude -; rode, witte -; lichte, koppige, stille, zware -; steken, (overkappen, overhevelen, verlaten, aanmaken; versneden -; warme -; op fust; een heerlijk -tje; klaren; ere-, land-, morgen-, spoeling-, tafelwijn; een fles -. Gez. als de is in de man, is de wijsheid in de kan, de wijn verdrijft de bezadigdheid uit de mens; de maakt mal, maar weert de gal, de wijn voert tot dwaasheden, maar verhindert toorn; die heeft gepokt en gemazeld, heeft alle onreinheden uitgeworpen: goede behoeft geen krans [een uitgehangen krans van druivebladeren duidde de wijnherberg aan], goede waar behoeft men niet aan te prijzen; iemand klare schenken, hem openhartig zijn mening zeggen; van -tje en trijntje houden, van drinken en meisjes; drinkt, klinkt, wie voor een zaak is aangeduid, die komt men erom lastig vallen; zijn uitslapen, zijn roes uitslapen. →: water.
2. Uitbr. gegiste drank uit andere vruchten : aalbessen-, appel-, brande-, mout-, muskaatwijn.
II. Metn. [van I 1]
1. druiven : persen.
2. druive-, wijnstok : bouwen.
Enc. Door bodemvondsten is bewezen dat, in de prehistorische tijd, de wijnstok in Noord-Europa inheems was. In China kende men de wijn reeds 2000 jaar v. K. Uit Vóór-Azië of uit Egypte werd de wijnbouw ingevoerd in Griekenland, waar de Homerische helden met al de fijnheden ervan vertrouwd waren. In de Vde eeuw v.
K. roemde Sophokles Italië als wijnland. In Gallië en in Spanje dankt de wijnbouw zijn ontstaan aan de Feniciërs. Karel de Grote bezat wijnbergen in Boergondië. In Duitsland, langs de Moezel, en in Hongarije, in de streek van Tokaj, bloeide de wijnbouw reeds in de IIde en de IIIde eeuw. In Kaapland werd hij ingevoerd in 1685 door de hugenoten, in 1821 in Amerika (in Ohio, later in Californië), in 1862 in Australië. Van de wijnberg worden de druiven naar de fabriek gezonden en hier eerst machinaal van de trossen gescheiden en geperst.
Het aldus verkregen sap komt spoedig tot gisting. Naarmate men hierbij de blauwe schillen al of niet in het sap laat, verkrijgt men rode of witte wijn; ter bereiding van champagne wordt de wijn, voor het einde der gisting, op flessen overgebracht. De landen om de Middellandse Zee leveren 9/10 der wereldopbrengst. Beroemd zijn porto, champagne, madera, bordeaux, bourgogne, de Spaanse wijnen, rijnwijn. „Veel wijn drinken is slecht, maar als men hem matig drinkt, is hij niet slecht maar goed” (Theognis).