('we:r) m. (-en)
I. Eig. het weerstaan, krachtig verzet, tegenstand: bieden; hun harnas bood -.
II. Metn.
1. Algm. wat weerstand biedt: de weg van de geringste kiezen.
2. Inz.
a. Natk. kracht, lichaam dat een andere kracht belemmert of opheft.
b. draden complex in een elektrische geleiding om de stroom te verzwakken.