('vordərən) (vorderde, gevorderd) [voorder (komp. van voor) gaan]
I. (is) vooruitkomen, voortgaan : in de studie -. → gevorderd.
II. (heeft)
1. vragen waarop men recht beweert te hebben, eisen : geld Syn. → afeisen.
2. vragen : eerbied, rekenschap -.