('vo:r) v. (-en; ...linkje) [< voorstellen]
1. [2] het voorstellen : plechtig had de der hoge
personen plaats.
2. [3] afbeelding, nabootsing : ergens een van maken.
3. [6] opvoering van een toneelstuk : naar de gaan.
4. [8] denkbeeld : zich geen van iets kunnen maken. Syn. → aanschouwing.
5. [11] wat men zich voorstelt.