(vgr’va:rUk) bn. en bw. (-er, -st) angstwekkend, geducht, schrikbarend : een geluid; schreeuwen, vervaarlijkheid v. vervagen (vgr'va.-ggn) (vervaagde, vervaagd) 1. (heeft) vaag, vager, onduidelijk(er) doen worden : kleuren -; de toekomst zal die herinneringen -. 2. (is) vaag, vager, onduidelijker worden : kleuren, herinneringen kunnen -. vervaging v. (-en), verval (vgr'val) o. (~len; -letje)l. [< vervallen 11] verschil in waterhoogte nl.a.van de waterspiegel op twee plaatsen : tussen Ringen en Bonn heeft de Rijn een aanzienlijk -. b. bij vloed en ebbe op dezelfde plaats. 2. [< vervallen I 2] voordeel, fooien voor dienstboden : in die dienst is nogal wat -. Syn* drinkgeld. 3. [< vervallen I 4] afname, vermindering : lijden aan van krachten; het der goede zeden; in raken; zij is in gekomen, tot armoede.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk