Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 18-02-2020

uitstoten

betekenis & definitie

('uit) (stiet en stootte uit, heeft uitgestoten)

1. stotend uitdrijven : iemand de kamer -.
2. verjagen, verstoten : de jongen werd uitgestoten.
3. stamelend uitbrengen : hij kon slechts een paar woorden -.
4. stotend verwijderen : een ruit -; iemand een oog -.
5. Taalk. doen verdwijnen : een letter in het midden van een woord -.

< >