[doch)
1. bw. om iets kracht bij te zetten : is het waar? kom -! hij is nog gekomen.
II. vgw.
1. tegenstellend : hoe gaarne ik ook kom, blijf ik thuis. Syn. → dan.
2. redengevend : hem ben ik dankbaar, hij heeft, niettegenstaande alles, mij geholpen.